Om een woord te zoeken: druk Ctrl+F

CTRL + klik of dubbelklik  (in de 5de kolom ) om de oplossing zichtbaar te maken.


701.           

Keurige methoden.

M

8

Manieren

 

702.           

Het gaat deze vogel niet voor de wind.

P

9

Pechvogel

 

703.           

Gratis toegangsbewijs voor liefkozingen.

V

8

Vrijkaart

 

704.           

In dit eetgerei hangt het voorwiel van een fiets.

V

4

Vork

 

705.           

Dit vliegje haalt de nacht niet.

E

12

Eendagsvlieg

 

706.           

Een steekwapen met geprikt vlees er rond.

S

5

Spies

 

707.           

Als je iemand op de korrel neemt, heb je hem hierin.

V

6

Vizier

 

708.           

Zo leuk dat er geen 2de van te vinden is.

E

4

Enig

 

709.           

Een koe heeft het niet, een inbreker vaak wel.

K

7

Koevoet

 

710.           

Hij komt steeds als hijzelf in de nacht.

D

4

Dief

 

711.           

De expressie van een gezegde.

U

11

Uitdrukking

 

712.           

Een pressiegroep in een hotelhall.

L

5

Lobby

 

713.           

Een overbodig onderdeel van de wagen maar als je 't nodig hebt toch heel interessant.

V

5-4

Vijfde wiel

 

714.           

Dit teken geef je in een oogwenk.

K

7

Knipoog

 

715.           

Een mopperend insect.

B

9

Bromvlieg

 

716.           

Na dit punt kan het alleen maar beter worden.

D

10

Dieptepunt

 

717.           

Zitmeubel voor de pastoor.

P

10

Preekstoel

 

718.           

Het laatste lied van een watervogel.

Z

9

Zwanezang

 

719.           

Met dit insect scoor je in Duitsland.

T

3

Tor

 

720.           

Als je wil vergeten en vergeven moet je dit dier er over halen.

 

S

5

Spons

721.           

Dit vleeswaar kan het allemaal niet schelen.

W

5

Worst

 

722.           

Bij deze brug pik je je reisgenoten op.

O

10

Ophaalbrug

 

723.           

Gaatjespan.

V

7

Vergiet

 

724.           

Deze vrouw eet het liefst ijs met chocolade saus.

D

4-7

Dame blanche

 

725.           

Het breekijzer van een rund.

K

7

Koevoet

 

726.           

Met deze viervoeter maak je grote sier in de optocht.

P

11

Paradepaard

 

727.           

Zo verkouden als deze vogel.

S

4

Snip

 

728.           

Voor paal staan in dit kledingstuk.

H

4

Hemd

 

729.           

Een ommetje maken in Orpheus armen.

S

13

Slaapwandelen

 

730.           

Bij een nederlaag worden ze gelikt.

 

W

6

Wonden

731.           

Een Engelse eenheid.

U

4

Unit

 

732.           

Dit zoogdier verwarmt je hals.

D

3

Das

 

733.           

Dit dier heeft tandbederf.

W

4

Wolf

 

734.           

Verlossende hulp op de markt.

K

9

Kraamhulp

 

735.           

Met dit bestek val je niet uit de toon.

S

8

Stemvork

 

736.           

Tijdens een vuurdoop word je voor deze dieren gegooid.

L

7

Leeuwen

 

737.           

Een straatsteen met een heldere klank.

K

7

Klinker

 

738.           

De homepage van een spin.

W

9

Webpagina

 

739.           

Zo opzienbarend dat er over gekletst wordt.

S

12

Spraakmakend

 

740.           

Leiders hebben m8.

M

5

Macht

 

741.           

Stijf tuingereedschap.

H

4

Hark

 

742.           

Een fleurige veelbelovende tint.

R

11

Rooskleurig

 

743.           

Slagroom belangrijker maken dan het is.

O

9

Opkloppen

 

744.           

Dat plantje komt niet aan het dansen.

M

12

Muurbloempje

 

745.           

Dit Scandinavisch land is bedekt met stukjes textiel.

L

7

Lapland

 

746.           

Een buiig bos.

R

9

Regenwoud

 

747.           

De overtreffende trap van gebruind.

V

8

Verbrand

 

748.           

Deze grap slaat op de bovenbenen.

D

11

Dijenkletser

 

749.           

Dit feestelijk dier verstopt eieren.

P

8

Paashaas

 

750.           

Sta je voor hem, hij zegt je de waarheid in je gezicht.

S

7

Spiegel

 

751.           

Zorgen voor nakomelingen in de rekenkundeles.

V

16

Vermenigvuldigen

 

752.           

Het lijkt of je dit spel in zee moet spelen.

G

4

Golf

 

753.           

Een waardevol liefje.

S

5

Schat

 

754.           

Lijfeigenen uit Oost en Zuidoost Europa.

S

6

Slaven

 

755.           

Een stoffen poes.

L

9

Lapjeskat[1]

 

756.           

Zeuren over vaten met hengsels.

E

7

Emmeren

 

757.           

Een sulletje voor in de koffie.

Z

6

Zoetje

 

758.           

De voet van dit dier is een breekijzer.

K

3

Koe

 

759.           

Psychiatrisch gestoord door de kapper.

V

8

Verknipt[2]

 

760.           

Zo prachtig als een mirakel.

W

10

Wondermooi

 

761.           

Nadat je in 1 keer een fles hebt leeggedronken, achterover vallen.

 

A

15

Achteroverslaan

762.           

Op zijn mooist gekleed op een eierfeest.

P

8

Paasbest

 

763.           

Met een spade speurwerk verrichten.

S

7

Spitten

 

764.           

Zeer glad varkensvlees.

S

4

Spek

 

765.           

Een lawaaierige opbergmap

K

7

Klapper

 

766.           

Windkracht 9 levert je soms goeie ideeën op.

B

10

Brainstorm

 

767.           

Niet opdringerige aktes.

B

10

Bescheiden

 

768.           

Brand is mijn lievelingskostje.

V

10

Vuurvreter

 

769.           

Deze haren sporen een paard aan.

M

5

Manen

 

770.           

Met lampen de zaak minder zwaar maken.

V

10

Verlichten

 

771.           

Deze vinger is 2,54 cm breed.

D

4

Duim

 

772.           

De vermoeiende kop van een drogist.

G

5

Gaper

 

773.           

Deze mees houdt van een borreltje.

P

10

Pimpelmees

 

774.           

Een doodnormale middellijn.

 

D

8

Doorsnee

775.           

In de twee richtingen plezier.

L

3

Lol

 

776.           

Van deze kruiperige vleier krijg je natte voeten.

H

12

Hielenlikker

 

777.           

Helder en niet zwaar.

L

5

Licht

 

778.           

Dit vliegt als je plezier hebt.

T

3

Tijd

 

779.           

Glanzend door tongstrelingen.

G

6

Gelikt

 

780.           

Dat kruid is zeer duur.

P

5

Peper

 

781.           

Boomtop op je hoofd.

K

5

Kruin

 

782.           

De laatste opgave.

S

7

Slotsom

 

783.           

Subcultuur in de metro.

U

11

Underground

 

784.           

Loslopend liefje.

S

8

Scharrel

 

785.           

De natuurlijke kaviaar leverancier.

S

5

Steur

 

786.           

Deze spin op stelten vervoert gedroogd gras.

H

9

Hooiwagen

 

787.           

Voor dit snelbericht gebruikt men weinig woorden.

T

8

Telegram

 

788.           

Deze naam geef je aan de jongste.

B

8

Benjamin

 

789.           

Een giftig teken van de dierenriem.

S

10

Schorpioen

 

790.           

Dit bot sluit het lichaam af.

S

11

Sleutelbeen

 

791.           

Zo'n weegschaal is in evenwicht.

B

6

Balans

 

792.           

Friese temperatuurstijging als het buiten hard vriest.

E

15

Elfstedenkoorts

 

793.           

Deze dief steelt de weg.

S

11

Straatrover

 

794.           

Dit diertje is altijd bezig.

B

2

Bij

 

795.           

Kletskamer op Internet.

C

8

Chatroom

 

796.           

Carpoolen met je duim.

L

6

Liften

 

797.           

Zo'n grijns glanst.

G

8

Glimlach

 

798.           

Een vooraanstaand muzikant is het.

T

13

Toonaangevend

 

799.           

Als je mond zo open staat dat er een auto binnen kan.

W

8

Wagenwijd

 

800.           

Deze substantie voor het probleem komt steeds uit de bus.

O

9

Oplossing

 

801.           

Dit gereedschap zorgt voor een bredere kijk.

B

10

Blikopener

 

802.           

Dit ballet doet je knabbelen.

N

11

Notenkraker

 

803.           

Als je hier teveel van hebt gegeten, kan je dat niet meer uitspreken.

 

P

3

Pap

804.           

Dit chocolaatje klinkt als twee bekeuringen.

B

6

Bonbon

 

805.           

Hiermee open je een muzikale compositie.

S

7

Sleutel

 

806.           

Dit heeft 21 ogen maar ziet niets.

D

11

Dobbelsteen

 

807.           

Metselaar die minder gaat werken, doet het.

A

8

Afbouwen

 

808.           

Van dit borreltje krijg je weer energie.

O

11

Opkikkertje

 

809.           

Een winderige reis.

T

5

Tocht

 

810.           

Hij is zoek, maar u vindt hem als u een wil hebt.

W

3

Weg

 

811.           

Kunt u soms hebben en toch niet krijgen.

G

5

Gelijk

 

812.           

Tikt elders niet zo als thuis.

K

6

Klokje

 

813.           

Zowel letterlijk als figuurlijk er niet bij zijn.

A

7

Afwezig

 

814.           

Als moeder dit is, is ze meestal kinderloos en in orde.

O

7

Overste

 

815.           

De ochtend van de volgende dag.

M

6

Morgen

 

816.           

Hier komen wijze mensen vandaan.

O

6

Oosten

 

817.           

Afzetgebied voor de handel.

M

5

Markt

 

818.           

Eens door Zeus geschaakt, toen tot werelddeel gemaakt.

 

E

6

Europa

 

819.           

Doet Meryl aan de lijn?

S

6

Streep

 

820.           

In de hogere wegdromen.

S

6

Sferen

 

821.           

Zo'n deur wordt vaak ingetrapt.

O

4

Open

 

822.           

Zielige loper.

S

9

Sukkelaar

 

823.           

Zijn kleding heeft niets om het lijf.

N

6

Nudist

 

824.           

Gaat vaak met gene gepaard.

D

4

Deze

 

825.           

Kruiswapens.

D

6

Degens

 

826.           

Verplichting die wordt veroorzaakt door een belofte.

S

6

Schuld

 

827.           

Achter de deur geeft dit voldoende pressie.

S

4

Stok

 

828.           

Dat is beslist de eerste niet!

L

7

Laatste

 

829.           

Die voorstelling moet doorgaan.

S

4

Show

 

830.           

Deze bloem wordt verkleind voor vandalen.

L

5

Lelie

 

831.           

Voor die winkelier is het in orde.

B

6

Bakker[3]

 

832.           

Bij aankomend probleem is ze hangend.

B

3

Bui

 

833.           

Aantal bestanddelen van goede dingen.

D

4

Drie

 

834.           

Van katten de eerste winst.

G

6

Gespin

 

835.           

Geboren worden door hierop te komen.

W

6

Wereld

 

836.           

Is niet te scheiden van Julia!

R

5

Romeo

 

837.           

Een man, een man! Zo ook voor deze term!

W

5

Woord

 

838.           

Als men hiervan afvalt, is men flauw van de honger.

G

5

Graat[4]

 

839.           

Hierachter hebben we het gehad.

R

3

Rug

 

840.           

Dit lichaamsdeel heeft bij heraldici een rode kleur.

K

4

Keel

 

841.           

Plast heerlijk op de tong.

E

8

Engeltje[5]

 

842.           

De branding brengt 'm niet aan het wankelen.

R

4

Rots

 

843.           

Broodnodig voor het volk.

S

6

Spelen

 

844.           

Die van jezelf is goud waard.

H

5

Haard

 

845.           

Dit maakt rauwe bonen zoet.

H

6

Honger

 

846.           

Daar kun je in lachen en uit eten.

V

7

Vuistje

 

847.           

In zulke nood is de bevrijding niet veraf.

H

6

Hoogst

 

848.           

Verdwijnt voor de zon!

S

6

Sneeuw

 

849.           

Hoe meer mensen dit kennen, hoe minder dit het is.

G

6

Geheim

 

850.           

Zo iemand kan de bal verwachten.

K

7

Kaatser

 

851.           

Zo leer je nog 's wat!

D

6

Doende

 

852.           

Het alternatief is delen.

K

6

Kiezen

 

853.           

Je kunt het aan – of doortrekken.

T

6

Toilet

 

854.           

Zij moet aan de galg.

B

9

Barbertje

 

855.           

Zij bezwijken vaak onder de weelde.

S

9

Schouders

 

856.           

Wordt altijd door de waarheid achterhaald!

L

6

Leugen

 

857.           

Zulk nieuws is goed.

G

4

Geen

 

858.           

Alleen de smid weet het.

G

6

Geheim[6]

 

859.           

Als je daarvan gesneden bent, ben je niet op je mondje gevallen.

T

8

Tongriem

 

860.           

Met vier trappers voor twee trappers.

T

6

Tandem

 

861.           

Wat iedereen heeft, kan niet iedereen maken.

N

4

Naam

 

862.           

Dat deel van een fiets past op een paard.

Z

5

Zadel

 

863.           

Het eerste is altijd kattengespin.

G

5

Gewin

 

864.           

Een veel bezongen figuur uit Sevilla.

B

7

Barbier

 

865.           

Blauw uit Zuid – Holland.

D

6

Delfts

 

866.           

Zo uit, zo thuis.

S

5

Samen

 

867.           

Was gisteren morgen.

V

7

Vandaag

 

868.           

Loopt door het bos en springt in het water.

P

3

Pad

 

869.           

Die hou je in ere.

T

8

Traditie

 

870.           

Ouderwets anticonceptiemiddel van de vrouw. J

H

8

Hoofdpijn

 

871.           

Die vogel kan niet kraaien, maar wel draaien!

W

9

Windhaan

 

872.           

De gelukkigste hemel.

Z

7

Zevende

 

873.           

Geen slaapplaats voor ouden van dagen.

W

4

Wieg

 

874.           

Wie daar aan is, is óf piepjong óf alcoholist!

F

4

Fles

 

875.           

Het zwarte familielid.

S

6

Schaap

 

876.           

Houdt het midden tussen bikini en adamskostuum.

M

8

Monokini

 

877.           

Geen mode meer als het hierin raakt.

O

7

Onbruik

 

878.           

Daarin zal ze lang leven.

G

6

Gloria

 

879.           

In haar zien we het fijne van de kous.

N

6

Naadje[7]

 

880.           

Meestal van stof, soms van rook.

G

6

Gordijn

 

881.           

Wordt gelegd en afgelegd.

K

5

Knoop

 

882.           

Dat baart kunst.

O

8

Oefening

 

883.           

Onnodig om het naar de zee te dragen.

W

5

Water

 

884.           

De ene is de andere waard.

D

6

Dienst

 

885.           

Als die geworpen is, is het beslist.

T

8

Teerling

 

886.           

Lichaamsdeel van een vogel verraadt de leeftijd

K

13

Kraaienpootje

 

887.           

Meest recente hekkensluiter.

L

7

Laatste

 

888.           

Hieronder geveegd wordt het verdoezeld.

T

5

Tapijt

 

889.           

Onafscheidelijk van kwel.

K

6

Kommer

 

890.           

Oude liefde heeft er geen last van.

R

5

Roest

 

891.           

Men trekt eraan om aandacht te vragen.

B

3

Bel

892.           

Die gaat zeer vaak niet op.

V

7

Vlieger

893.           

Dat is Thomas.

O

9

Ongelovig

894.           

Zij heet een kuise vrouw te zijn.

S

7

Susanna

895.           

De inhoud van dit orgaan zit me niet lekker.

M

4

Maag

896.           

Men trapt erop om te beledigen.

Z

4

Ziel

897.           

Zit los bij iemand die niet goed snik is.

D

7

Draadje

898.           

Oorsprong van een sterk verhaal.

D

4

Duim

899.           

In een slecht humeur moet dit hoofddeksel opzij gezet.

M

4

Muts

900.           

Hij eet uitsluitend bekende kost.

B

4

Boer[8]

 

[1] Lapjeskat = kat met driekleurig gevlekte vacht.

[2] Verknippen =  door verkeerd knippen verknoeien. fig: niet evenwichtig van geest

[3] Bakker: uitdr.  het is voor de bakker = in orde, afgewerkt, klaar.

[4] Graat: uitdr.: van de graat vallen = flauw vallen van de honger.

[5] Engeltje: uitdr.:alsof er een engeltje op je tong piest = gezegd van iets zeer smakelijks.

[6] Geheim: dat is het geheim van de smid = daarin ben ik (hij  of zij)  zeer bedreven.

[7] Naadje: uitdr. het naadje van de kous weten = de preciese toedracht weten.

[8] Boer: uitdr.: wat de boer niet kent eet hij niet = bij veel mensen bestaat het wantrouwen tegen nieuwe en onbekende dingen.