Om een woord te zoeken: druk Ctrl+F


CTRL + klik  of dubbelklik (in de 5de kolom ) om de oplossing zichtbaar te maken.

 

2501.  

Vandaar dat de bruid dikker wordt.

U

6

Uitzet

 

2502.  

Slak zonder maat.

S

4

Sint[1]

 

2503.  

Beest dat zich altijd in Engeland ophoudt.

E

4

Ever

 

2504.  

Etaleren is een vaardigheid.

T

9

Toonkunst

 

2505.  

Zeker om een diskette leeg te maken.

W

3

Wis

 

2506.  

Beken het maar, je wordt er rood van!

K

5

Kleur

 

2507.  

Artiest doet een beetje uit om mensen beter te maken.

A

4

Arts[2]

 

2508.  

Beschreven huid.

V

3

Vel

 

2509.  

Ik verlang sterk naar dit gewas!

V

4

Vlas[3]

 

2510.  

Het mos dat rot is, is er geleidend voor.

S

6

Stroom

 

2511.  

Spring willekeurig om met deze noot!

S

3

Sol

 

2512.  

Werkelijk, hierna kan het tot een breuk komen!

E

4

Echt

 

2513.  

Hond die hoorbaar gehaakt wordt.

T

6

Teckel

 

2514.  

De vaat die gereed stond.

A

5

Afwas

 

2515.  

Pia komt uit Pretoria terug.

R

5

Retro[4]

 

2516.  

Roomse vogel.

P

6

Paapje

 

2517.  

Haar haar hangt in de kerstboom.

E

5

Engel

 

2518.  

Die kleur heeft een waterrat in zich.

T

5

Terra

 

2519.  

Ingebouwde ruimte in een kleine gemeente.

P

8

Plaatsje

 

2520.  

Zij bogen voor dat getal.

N

5

Negen

 

2521.  

Maakt het punt voor punt precies.

S

5

Stipt

 

2522.  

Vaak een houterige figuur.

K

5

Klaas[5]

 

2523.  

Het is te horen dat er zoenen vallen!

S

7

Smakken

 

2524.  

De eerste blijkt in Italië voortreffelijk te zijn.

P

5

Prima

 

2525.  

Ontstemd als een zot.

N

6

Narrig

 

2526.  

Hardloper op de fiets.

R

6

Renner

 

2527.  

Bevroren vis.

S

5

Schol[6]

 

2528.  

Gewaardeerde wedstrijd.

P

8

Prijskamp

 

2529.  

Deels een mineraal.

K

6

Kwarts

 

2530.  

Stoffen die vervellen.

P

6

Pellen[7]

 

2531.  

In schijn reeds een tegenvaller.

A

5

Alsof[8]

 

2532.  

Bij deze actie is het gedaan met actie.

S

7

Staking

 

2533.  

Verliefd zonder er lucht van te krijgen.

S

5

Smoor

 

2534.  

Geen staanplaats om te zoenen.

Z

9

Zitkussen

 

2535.  

Staken en tillen.

O

8

Opheffen

 

2536.  

De vaat een pak rammel geven.

A

8

Afdrogen

 

2537.  

Hij gaat er vandoor in een auto.

R

5

Rover

 

2538.  

Met lak wordt men er rustig van.

K

6

Kalmte

 

2539.  

Hij is als een bezetene met de inmaak bezig.

M

6

Maniak

 

2540.  

Je bezit is helemaal niet snugger.

E

8

Eigendom

 

2541.  

Omkomen is jammer voor een groot aantal mensen.

S

9

Sneuvelen[9]

 

2542.  

Zanger in een toeristenorganisatie.

T

5

Tenor[10]

 

2543.  

Heel rustig wordt de vloerbedekking omgekeerd.

T

3

Tam

 

2544.  

Van streek omdat een militair zijn mond moet houden.

O

4

Oost[11]

 

2545.  

Verstand van een vrouwelijk roofdier.

B

5

Brein[12]

 

2546.  

Injectie met naaigerei.

S

11

Speldenprik

 

2547.  

Een vlieg in de lik.

B

9

Bromvlieg

 

2548.  

Onvriendelijke snor.

N

4

Nors

 

2549.  

Een specerij aan je vinger.

K

10

Kruidnagel

 

2550.  

Het kleinste = het grootste.

H

5

Helft

 

2551.  

Zonder advies ben je verloren.

R

8

Radeloos

 

2552.  

Wanneer dit diertje thuis is kan je niets horen.

O

7

Oorwurm

 

2553.  

Een innemende aanval.

C

15

Charmeoffensief

 

2554.  

Hinderlijke brieven.

L

8

Lastpost

 

2555.  

Dit kan je worden van een slaapmutsje.

S

12

Slaapdronken

 

2556.  

Zo te horen klinkt dit snaarinstrument hard.

L

4

Luit

 

2557.  

Opvliegend na contact met lamp.

L

12

Lichtgeraakt

 

2558.  

Ontvangstkamer voor langharige honden.

T

9

Trimsalon

 

2559.  

Hier zoent men het strand.

K

4

Kust

 

2560.  

Een ietsje van een doetje.

W

5

Watje

 

2561.  

President in het oerwoud.

B

4

Bush[13]

 

2562.  

Huzarenstukje van een stoethaspel zonder maat.

S

5

Stunt[14]

 

2563.  

Dierenverblijf verwant aan een ren.

H

3

Hol

 

2564.  

Voertuig.

B

8

Broodkar

 

2565.  

De oplossing van een noot.

S

3

Sol[15]

 

2566.  

In zijn huis spreekt men niet over de strop.

G

9

Gehangene[16]

 

2567.  

Dier van een verwarde godin.

D

5

Dingo

 

2568.  

Verhaal dat zijn inhoud verliest.

L

7

Legende

 

2569.  

Onderzoek het beste!

K

4

Keur

 

2570.  

Zij zijn het begaan gewoon.

P

6

Plegen

 

2571.  

Werkruimte aan de maat van de plaat.

L

5

Label[17]

 

2572.  

Verslaafde brandweerman.

S

7

Spuiter

 

2573.  

Hele troep zandlopers.

K

8

Karavaan

 

2574.  

Geprojecteerd achter een godin.

D

5

Diana

 

2575.  

Meubel van vurenhout?

B

9

Brandkast

 

2576.  

Kijk eens rond aan de voorkant!

N

4

Neus

 

2577.  

Zuinig met ijs.

S

6

Schots

 

2578.  

Een opsomming rond een schilderij.

L

4

Lijst

 

2579.  

In deze schrijfkamer zit de regering.

K

7

Kabinet

 

2580.  

Insecten die alles uitpluizen.

V

7

Vlooien

 

2581.  

Een waterdier van edelmetaal.

G

7

Goudvis

 

2582.  

Vechtende hond.

B

6

Bokser

 

2583.  

Door dit hout zal het water zakken.

E

5

Ebben

 

2584.  

Opruier in de branderij.

S

6

Stoker

 

2585.  

Geestdrift komt in alle landen voor.

E

4

Elan

 

2586.  

Drukte om het eerste gebakje.

S

5

Soesa[18]

 

2587.  

Praten over slagen.

K

7

Kletsen

 

2588.  

Kieren in de cel.

E

6

Eikern

 

2589.  

Wel een boerin die een ei verliest.

B

4

Bron[19]

 

2590.  

Zonder 'r verdelen geeft muziek.

V

7

Vedelen[20]

 

2591.  

Zinloos om zo met zichzelf ingenomen te zijn.

IJ

4

IJdel

 

2592.  

Het is niet uw gebied voor ondergronds werk!

M

9

Mijnstreek

 

2593.  

Zo gaat de koek er prima in!

G

8

Gesneden

 

2594.  

De blinden dichtdoen.

L

6

Luiken

 

2595.  

Bediende met maling aan een vogelproduct.

L

5

Lakei

 

2596.  

Jammer dat men bruin wilde worden.

Z

5

Zonde[21]

 

2597.  

Veel regenwater schenken.

G

6

Gieten

 

2598.  

Vogel die het land totaal in beslag neemt.

A

9

Akkergans[22]

 

2599.  

De kleding van een timmerman?

S

9

Spijkerbroek

 

2600.  

Na u komen de koeien, varkens, schapen,etc. .

V

3

Vee

 

2601.  

Geld om te timmeren.

S

7

Spijkers

 

2602.  

Takjes die opkomen.

R

5

Rijzen[23]

 

2603.  

Gelaten van de ene naar de andere kant.

V

4

Veer[24]

 

2604.  

Hierom helpen betekent verknoeien.

Z

4

Zeep

 

2605.  

Ophouden met zekeringen.

S

7

Stoppen

 

2606.  

Bloemetje voor haar.

R

4

Roos

 

2607.  

Lof is niet meer van deze tijd.

E

3

Eer

 

2608.  

Vrolijk uit bed gehaald.

O

8

Opgewekt

 

2609.  

De vluchtige energie van een brander.

G

6

Gaspit

 

2610.  

Gij schroefde dat windje vast.

V

5

Veest

 

2611.  

Net een slee van de markt.

P

5

Pasar[25]

 

2612.  

Niet van harte een lofdicht.

N

4

Node

 

2613.  

Fijne kost, behalve als men erin zit!

P

5

Puree

 

2614.  

Oostenrijker die verdriet heeft.

W

5

Wener

 

2615.  

Kordaat verdween Ada naar haar slechte woning.

K

4

Krot[26]

 

2616.  

Via dit pad is ze verdwenen.

Z

5

Zijweg

 

2617.  

Doelmatiger genezen.

B

5

Beter

 

2618.  

Dat meisje voelt zich als een vis in het water.

G

5

Griet[27]

 

2619.  

Dit afdak maakt mensen vurig.

L

6

Luifel

 

2620.  

Slijm van een persoon.

F

5

Fluim

 

2621.  

Zwaar of licht, het is altijd streng.

S

5

Straf

 

2622.  

Een lont met fut.

P

3

Pit

 

2623.  

Gewassen in het zwembad duiken.

S

14

Schoonspringen

 

2624.  

Transpirerende Europeaan.

Z

5

Zweed

 

2625.  

Dit zonderling lichaamsdeel is niet graag binnenshuis.

B

13

Buitenbeentje

 

2626.  

Een bezopen kleur.

B

5

Blauw

 

2627.  

Soms is een insect er geweest.

B

7

Bijwijlen

 

2628.  

De eerste twee voor de thee in het klooster.

A

3

Abt

 

2629.  

Uitstel veroorzaakt weer berouw.

R

6

Respijt

 

2630.  

Verf de koer met klei.

O

4

Oker[28]

 

2631.  

Hoofddeksel van slechte kwaliteit.

P

3

Pet[29]

 

2632.  

Munt die uit de lucht komt vallen.

P

4

Para

 

2633.  

Nog niet betaald en dus niet tevreden.

O

9

Onvoldaan

 

2634.  

Een schattig doekje.

D

5

Dotje

 

2635.  

Deel van een schoen om te zetten.

H

3

Hak[30]

 

2636.  

Te merken zonder wakker te zijn.

D

6

Dutten[31]

 

2637.  

Een dier met streepjescode.

Z

5

Zebra

 

2638.  

Op de vroegere plaats is een tentoonstelling.

E

9

Expositie

 

2639.  

Deze hoofdletter kost een vermogen.

K

8

Kapitaal

 

2640.  

Deze salamander looft zijn boom.

O

3

Olm[32]

 

2641.  

Glijmiddel.

S

7

Schaats

 

2642.  

Het grootste stuk is van dit dier.

L

5

Leeuw

 

2643.  

De aanvoerder van deze staat staat bovenaan.

L

4

Lijst

 

2644.  

Zo heet als een vogel.

W

5

Wulps[33]

 

2645.  

Een verwonding van 60 minuten.

K

8

Kwetsuur

 

2646.  

Als je voor deze bank verschijnt kan het zijn dat je moet gaan zitten.

R

9

Rechtbank

2647.  

Hierna wordt er niet meer gezongen.

A

13

Afscheidslied

 

2648.  

Natuurlijk is de zon al op.

A

7

Allicht

 

2649.  

Hij schijnt heel recht te zijn.

K

5

Kaars

 

2650.  

Die gave is latent aanwezig.

T

6

Talent

 

2651.  

Domme vogel.

E

4

Eend[34]

 

2652.  

Gezworen in de hof.

E

4

Eden

 

2653.  

Dieren van een precies meisje.

K

7

Krekels

 

2654.  

Dat dier krijgt men van een kampioen.

O

5

Okapi[35]

 

2655.  

Dat klaaglied wordt met eigeel bereid.

E

6

Elegie

 

2656.  

Oostenrijks water uit een Engels café.

I

3

Inn

 

2657.  

Het stromen van water in de gang.

O

8

Overloop

 

2658.  

Ragout van de islam.

S

5

Salmi[36]

 

2659.  

Beschermt tanden tegen branden.

E

5

Email

 

2660.  

De politieagent hoort deze klank ook weerom.

T

4

Tuut[37]

 

2661.  

Zuiver weergegeven orgaan.

N

4

Nier[38]

 

2662.  

Na zijn dood verveelt hij zich vreselijk.

S

5

Stier

 

2663.  

Verwarde invoer van biljartballen.

I

6

Ivoren

 

2664.  

Gek, je staat ervoor!

A

3

Aap

 

2665.  

Dieren die de resten overhoophalen.

E

6

Enters

 

2666.  

Te gespannen om gevoelig te zijn.

S

5

Snaar

 

2667.  

Het zeemansleven is riskant.

G

6

Gevaar

 

2668.  

Ook vogels hebben er zin in.

T

4

Trek

 

2669.  

Toon is niet dom.

G

3

Gis[39]

 

2670.  

Bij verwondering worden ze niet geloofd.

O

4

Ogen

 

2671.  

Listig gebied.

S

6

Streek

 

2672.  

Overhandigen van kritiek.

A

7

Afgeven

 

2673.  

Hij had geen geld genoeg voor een baantje.

J

3

Job

 

2674.  

Opbeurende vaartuigen.

L

8

Lichters

 

2675.  

Taal van klieren die u missen.

I

4

Iers[40]

 

2676.  

Snuift aan de bloemen.

R

6

Ruiker

 

2677.  

Zo te horen zit het niet mee met deze spie.

P

3

Peg[41]

 

2678.  

Hij helpt de politie met een fooi.

T

8

Tipgever.[42]

 

2679.  

Voetloot.

T

4

Teen

 

2680.  

Zij wensten dat volk te beschaven.

W

6

Wilden

 

2681.  

Een deel van een bloem als drinkgerei.

K

4

Kelk

 

2682.  

Bij deze temperatuur barst je in tranen uit.

S

8

Snikheet

 

2683.  

Een kei van een roofvogel.

S

10

Steenarend

 

2684.  

Klinkende munt om te metselen.

S

6

Specie

 

2685.  

Wettig verklaren door te trouwen.

E

6

Echten

 

2686.  

Eet lekker veel touw.

B

4

Bras[43]

 

2687.  

Men denkt dat dit voldoende is.

A

4

Acht

 

2688.  

Geen persoon voor een gezelschapspel.

S

6

Solist

 

2689.  

Soort jazz, waar Engelsen het warm van krijgen.

H

3

Hot

 

2690.  

Opening in de alligator.

G

3

Gat

 

2691.  

Brutaal als een herder.

H

5

Honds

 

2692.  

Laks schoeisel.

S

4

Slof

 

2693.  

Bevoegdheid om met het openbaar vervoer te reizen?

L

8

Lijnrecht

 

2694.  

Hadden voorkeur voor vrijen.

K

5

Kozen

 

2695.  

Van korte duur, zelfs in Engeland.

E

4

Even

 

2696.  

Slonzige vrouw in de vallei.

D

3

Del

 

2697.  

Het geluid van een ontevreden varken.

K

4

Knor

 

2698.  

Koud is het niet zo moeilijk.

K

7

Kunstje

 

2699.  

Geschokte dieren in het verschiet.

E

6

Einder

 

2700.  

Dat hemellichaam peinsde op wraak.

Z

3

Zon

 

2701.  

Zo onvriendelijk dat monsters hun stem verliezen.

N

4

Nors[44]

 

2702.  

Wordt verkocht als het gevraagde niet in voorraad is.

N

3

Nee[45]

 

2703.  

Trage sintel.

S

4

Slak

 

2704.  

Ariël in de war? Onzin!

L

5

Larie

 

2705.  

Mensen van de vereniging die verdriet hadden.

L

5

Leden

 

2706.  

Die rivier is derhalve modieus.

I

5

Indus

 

2707.  

Wat 'n troep in warme streken.

T

6

Tropen

 

2708.  

Denkbeeldige route?

I

9

Invalsweg

 

2709.  

Verbonden met een tijdperk voor een meisje.

E

5

Eraan

 

2710.  

Met dit gewicht bereik je hoorbaar de overkant.

P

4

Pont

 

2711.  

Met deze dakbedekking kan je koken.

P

3

Pan

 

2712.  

Dit gezelschap speelt kerkmuziek.

K

5

Kapel

 

2713.  

Een vereniging van spaanders.

S

18

Splintergroepering

 

2714.  

Onderricht in insectenkunde.

B

5

Bijles

 

2715.  

De kippen gaan erop ook als ze oud zijn.

S

4

Stok

 

2716.  

Vierde rondje van formaat.

K

6

Kwarto

 

2717.  

Vrucht in de buurt van de stam.

A

5

Appel

 

2718.  

De werkgever van een bokser.

V

12

Vechtersbaas

 

2719.  

Een lynx in vrijheid.

L

3

Los

 

2720.  

De eerste de beste.

P

4

Prima

 

2721.  

Een wuivend lampje.

Z

10

Zwaailicht

 

2722.  

Nattigheid na onenigheid.

M

8

Motregen

 

2723.  

Maakt een strop met animo.

L

4

Lust

 

2724.  

Bakzeil halen in de boekenbranche.

I

8

Inbinden

 

2725.  

Door dit geluid verkleurt het metaal.

T

9

Tingeling[46]

 

2726.  

Bekend dat men hierdoor valt.

M

4

Mand

 

2727.  

Houterige voorschriften.

R

6

Regels

 

2728.  

Vast en zeker voor de schoonmaak.

W

3

Wis

 

2729.  

Arme geit in de woning van een kluizenaar.

E

8

Ermitage[47]

 

2730.  

Geestelijke aap.

P

7

Primaat

 

2731.  

Geef ze de kost, dan zul je eens wat zien!

O

4

Ogen

 

2732.  

Ook van achteren bekeken blijft het een vrouw.

M

5

Madam

 

2733.  

Bakens fascineren.

B

6

Boeien

 

2734.  

Hierin slaap je als een roos.

 

B

8

Bloembed

2735.  

Dooie kaart.

A

3

Aas

 

2736.  

Voorlopige afdruk om de smaak te pakken te krijgen.

P

5

Proef

 

2737.  

Vroeger zat er een blok aan vast.

O

4

Oost

 

2738.  

Kledingstuk voor een vrouw met een klein lichaam.

L

5

Lijfje

 

2739.  

Zomaar is het dialect verdwenen.

P

7

Platweg

 

2740.  

Hij doet geen linkse uitspraken.

R

7

Rechter

 

2741.  

Gewezen nummer? Precies!

E

5

Exact

 

2742.  

Doe iets aan de dorst op school!

L

3

Les

 

2743.  

Maakt artiesten net niet bespottelijk.

S

6

Satire[48]

 

2744.  

Het grut is stil geworden.

R

6

Rustig

 

2745.  

Kernachtig schepsel.

W

5

Wezen[49]

 

2746.  

Pleisterplaats?

S

4

Snee

 

2747.  

Een toneeluitvoering in gedachten.

V

12

Voorstelling

 

2748.  

Zij proberen aanbiedingen te vangen.

K

13

Koopjesjagers

 

2749.  

Sappige kerel.

P

4

Peer[50]

 

2750.  

Hij bracht het onderpand in veiligheid.

B

4

Borg

 

2751.  

Spinnen is hierbij voordelig.

G

5

Garen[51]

 

2752.  

De omtrek van een munt.

R

4

Rand

 

2753.  

Fraaie kleding komt in Spanje tweemaal voor.

D

3

Dos

 

2754.  

Zo groot zijn geschikte Moren.

E

5

Enorm

 

2755.  

Uiteenzetting van een vroegere houding.

E

6

Expose

 

2756.  

Voorstelling om te stelen.

S

4

Show

 

2757.  

Een vallei vol verdriet.

T

8

Tranendal

 

2758.  

Een amfibie tussen de bomen.

B

6

Bospad

 

2759.  

Herscholing met hamer.

B

10

Bijspijkeren

 

2760.  

De bliksemafleider moet er aan wennen.

A

6

Aarden

 

2761.  

Een kwestie van luisteren.

O

7

Oorzaak

 

2762.  

Heel veel liefde voor een koetje.

K

12

Kalverliefde

 

2763.  

Voedsel om kennis te vergaren.

K

4

Kaas

 

2764.  

Ophouden om haar te verzorgen.

K

6

Kappen

 

2765.  

Begrijp het snelle hapje.

S

4

Snap

 

2766.  

De riolering verwijderen.

A

8

Afvoeren

 

2767.  

Niet zo vriendelijk van de gevangenis.

N

4

Nors

 

2768.  

Zeldzaam witte vogel.

R

4

Raaf

 

2769.  

Voor douche en telefoon moet men in de bajes zijn.

C

3

Cel

 

2770.  

Onmisbaar om te kunnen rennen.

B

5

Benen[52]

 

2771.  

Gehandicapt dier.

L

3

Lam

 

2772.  

Gaat op en neer om mee te rijden.

L

4

Lift

 

2773.  

Flauw als poeder.

M

5

Melig

 

2774.  

Edelman bij het gerecht?

H

9

Hofjonker

 

2775.  

Deze machine doet niets origineels.

K

14

Kopieermachine

 

2776.  

Rinkelend neusslijm.

S

9

Snottebel

 

2777.  

Dit dier is tegen wandelen.

A

8

Antilope

 

2778.  

Welke mannelijke kloosterlingen hebben dezelfde ouders?

B

8

Broeders

 

2779.  

Staatshoofdelijke bevalling.

K

11

Keizersnede

 

2780.  

Hij maakt het lek toe.

D

7

Dichter

 

2781.  

Carrière of wandelweg?

L

8

Loopbaan

 

2782.  

Vervolgens een judograad.

D

3

Dan[53]

 

2783.  

Atleet met een sleutelfunctie.

L

5

Loper

 

2784.  

De slang die ik controleer.

N

4

Naga[54]

 

2785.  

Dierlijke padvinder.

W

4

Welp

 

2786.  

Het wordt pijnlijk voor iemand die het niet wil doen.

H

5

Horen

 

2787.  

Blijf zitten, de tandarts doet er wat aan.

P

4

Plak

 

2788.  

Voor haar en haan.

K

3

Kam

 

2789.  

Die aap blijft rustig op het schip.

M

6

Makaak[55]

 

2790.  

Hij trachtte die munt te verwerven.

D

4

Dong[56]

 

2791.  

Onbeschaafde vloeistof.

R

4-4

Ruwe olie

 

2792.  

Als vrijer is het geen vlotte man.

K

6

Kloris[57]

 

2793.  

Adembenemende bezigheid van een naaister.

S

8

Stikwerk

 

2794.  

Reactie van een meteoroloog.

W

8

Weerwerk

 

2795.  

Verdwenen talent?

W

9

Wegaanleg

 

2796.  

Voor wie het toekomt.

E

3

Ere

 

2797.  

Een mineraloog weet er alles van.

E

4

Erts

 

2798.  

Vrouw van de moeilijke toeren.

H

4

Heks

 

2799.  

Opschepper die zijn behoefte doet.

K

6

Kakker

 

2800.  

Zo begerig als dit meisje.

G

6

Gretig

 

2801.  

Een deurlijst in de brievenbus.

P

4

Post

 

2802.  

Dat dier zit in elke streek.

R

3

Ree

 

2803.  

Een politiechocolaatje.

F

4

Flik

 

2804.  

Een land met veel geld.

R

3

Rijk

 

2805.  

Deze stokken leggen het werk neer.

S

6

Staken

 

2806.  

Benadelen is het werk van een coupeuse.

N

6

Naaien[58]

 

2807.  

Kledingstuk van een verdraaide landbouwer.

R

4

Robe

 

2808.  

Wordt normaal al niet gelezen.

R

5

Roman[59]

 

2809.  

Daarbinnen het eiland.

E

4

Erin

 

2810.  

Huiveren van de kuren.

G

7

Grillen

 

2811.  

Kapsel in de branding.

W

9

Watergolf

 

2812.  

Het motief om niet stil te staan.

B

11

Beweegreden

 

2813.  

Ontrouw worden aan je dieet.

A

8

Afvallen

 

2814.  

Verdriet geeft een stuk weer.

L

4

Leed

 

2815.  

Doorgaans in deze lijn.

R

5

Regel

 

2816.  

Positief meisje voor een gedicht.

A

5

Anode

 

2817.  

In verwachting zonder er in te komen.

Z

5

Zwang[60]

 

2818.  

Geeft de reden aan waarom het niet hier is.

D

4

Daar

 

2819.  

Dokters zijn in de war van deze Russen.

T

6

Tsaren[61]

 

2820.  

Hij schrijft zo t, a, r, w, e.

S

5

Spelt

 

2821.  

Via dit meisje krijg je drank binnen.

R

6

Rietje

 

2822.  

Het zal geheel en al bezet raken!

V

8

Volkomen

 

2823.  

Bij minimale sneeuwval ligt de hele natie overhoop.

V

4

Vlok[62]

 

2824.  

Klinkt als een zacht orgaan.

M

4

Milt

 

2825.  

Een voordracht van meel.

B

11

Bloemlezing

 

2826.  

Dat meisje geeft 'm van katoen.

J

5

Jetje[63]

 

2827.  

Stof afkeuren.

L

5

Laken

 

2828.  

Bevestiging van de bron.

W

3

Wel

 

2829.  

Zonder u is een snaak zwart.

G

3

Git[64]

 

2830.  

En volgens afspraak draagt zij een klein schortje.

E

3

Eva

 

2831.  

Haar naam is troef.

N

3

Nel

 

2832.  

Over dit touw van mening gaan veranderen.

S

4

Stag[65]

 

2833.  

Dit dier eindeloos langer maken.

R

5

Rekke[66]

 

2834.  

Een hoofd om gaten mee te maken.

B

7

Boorkop

 

2835.  

Betrouwbaarheid met veel karaat.

G

10

Goudeerlijk

 

2836.  

Deze recensie is hachelijk.

K

7

Kritiek

 

2837.  

Het resultaat is een embryo.

V

6

Vrucht

 

2838.  

Vlinderen door het klooster.

N

6

Nonnen

 

2839.  

Turkse vermicelli in ongehuwde staat.

A

6

Agamie

 

2840.  

Aards degelijk.

G

7

Grondig

 

2841.  

In deze betoverende kookpan is het een chaos.

H

11

Heksenketel

 

2842.  

Een gevangenis voertuig.

B

8

Bakfiets

 

2843.  

Met zo'n vaart gaan weekdieren door de hal.

S

11

Slakkengang

 

2844.  

Mazzel met een kinderziekte.

B

3

Bof

 

2845.  

Leo komt uit het klooster met een stukje brood.

K

5

Korst[67]

 

2846.  

Gezelschap musici in korset.

O

6

Orkest

 

2847.  

Van die houding wordt een poes verward.

P

4

Pose

 

2848.  

Hogere aanlegkosten.

M

4

Meer

 

2849.  

Aangetekend vak.

B

6

Beroep

 

2850.  

Hij zette de letters of cijfers tot ver buiten de streep.

S

7

Schreef

 

2851.  

Deze klopper houdt de wacht.

G

5

Garde

 

2852.  

Waardeloze soep.

S

5

Snert

 

2853.  

De hoop van een wachtmeester.

O

5

Opper

 

2854.  

Lekkers komt reeds uit Angola.

N

4

Noga[68]

 

2855.  

Ransel het paard af.

R

3

Ros

 

2856.  

Dat paard is in korte tijd een heel eind weg!

D

6

Draver

 

2857.  

Getroffen door een omgekeerde visbak.

R

4

Raak

 

2858.  

Een klos om te roken.

S

6

Sigaar

 

2859.  

Vormen samen het woord "sterlet".

L

7

Letters

 

2860.  

Kerf in die vink.

K

4

Keep[69]

 

2861.  

Rokend gezelschap in de atmosfeer.

D

9

Dampkring

 

2862.  

De opdracht voor een speurder is weg.

Z

4

Zoek

 

2863.  

Vreemdelingen opsnuiven.

C

8

Chinezen[70]

 

2864.  

Het telen van zeil.

F

3

Fok

 

2865.  

Voorzetsels beuren.

I

5

Innen[71]

 

2866.  

De vangst van deze is levert niets op.

B

3

Bot

 

2867.  

Om te beginnen ontbreekt er niets aan een oester.

E

5

Eerst[72]

 

2868.  

Dikwijls slaapverwekkend.

V

4

Vaak

 

2869.  

Heeft de kerk in bezit.

E

8

Eigendom

 

2870.  

Ook voor wie al 'n zekere ervaring heeft in de bergen, blijft ze gevaarlijk.

 

L

6

Lawine

2871.  

Bij deze lichtvoetige persoon zit het hoofd niet goed vast.

L

6

Losbol

 

2872.  

Cadeau voor je partners.

R

15

Relatiegeschenk

 

2873.  

Met laurierbladeren geëerd.

G

9

Gelauwerd

 

2874.  

Geef je mening over de schelp of de lel.

O

7

Oordeel

 

2875.  

Welke spin heeft haar man verloren?

Z

6-6

Zwarte weduwe

 

2876.  

Dat schrift is ons te verward.

S

5

Steno

 

2877.  

Eindeloze cursussen in de Ardennen.

L

5

Lesse

 

2878.  

Die paarden moeten hard studeren.

H

8

Hengsten

 

2879.  

Buitensporig geschikt saldo.

T

6

Tegoed

 

2880.  

De maat van een glas bier.

P

4

Pint[73]

 

2881.  

Het is nabij wat ervoor staat.

D

4

Deur

 

2882.  

Geen van de hertogen is een godheid.

T

4

Thor[74]

 

2883.  

Ginds bepraat, dat is de reden.

D

6

Daarom

 

2884.  

Een sportprijs voor een BH.

C

3

Cup

 

2885.  

Een hint waar een touw aan vast te maken is.

A

15

Aanknopingspunt

 

2886.  

Een ketting van eten.

V

12

Voedselketen

 

2887.  

Dit wiel is niet voor kleine mensen.

R

9

Reuzenrad

 

2888.  

Zet wat ruimte in een stad.

P

6

Plaats

 

2889.  

De televisie staat geen vrijheid toe.

D

9

Dwangbuis

 

2890.  

De gulzigaard werd plots bang.

S

5

Schrok[75]

 

2891.  

Schending van de fractie.

I

7

Inbreuk

 

2892.  

Juist op de buis.

N

3

Net

 

2893.  

Bak waarin het eten terug komt.

T

4

Trog[76]

 

2894.  

Zij wordt treurig als moeder erachter komt.

D

3

Dra

 

2895.  

Een bekend feit is overhandigd.

G

7

Gegeven

 

2896.  

Een lafaard heeft het niet meer.

D

4

Durf

 

2897.  

Wat een stommeling om de kunst te steunen!

.

E

4

Ezel

 

2898.  

Niet voor de mond van een flapuit.

B

4

Blad

 

2899.  

In zijn totaliteit wordt het beter.

G

6

Geheel

 

2900.  

Ontkennen dat je hiervan zwart wordt.

L

6

Liegen

 

2901.  

De ontwikkeling van een marathon.

V

7

Verloop

 

2902.  

Een melodie componeren?

W

8

Wijsmaken

 

2903.  

Sommige acteurs willen er ook nog uitleg bij!

T

5

Tekst

 

2904.  

Vergane glorie.

E

3

Eer

 

2905.  

Het jasje van de schoorsteen.

S

12

Schouwmantel

 

2906.  

Op deze vloerbedekking werkt het Openbaar Ministerie.

P

6

Parket

 

2907.  

Hij wandelt diagonaal in ritmische pas.

S

18

Schuinsmarcheerder

 

2908.  

Dat meisje heeft aan één maat niet genoeg.

E

5

Ellen

 

2909.  

Door dat dier lig ik met grootvader overhoop.

O

5

Okapi[77]

 

2910.  

Dat dier slaat weer een mal figuur.

L

3

Lam

 

2911.  

Haar van edelen.

D

4

Dons

 

2912.  

Houterige relatie.

L

3

Lat

 

2913.  

Precies hoe men indoopt.

S

5

Stipt[78]

 

2914.  

De rekenfunctie van een aardappelrooier.

W

13

Worteltrekken

 

2915.  

Letters in Drenthe.

E

5

Emmen

 

2916.  

Hoogte die weer plezier geeft.

T

4

Terp[79]

 

2917.  

Criminele handelingen tijdens de kerkdienst.

M

8

Misdaden

 

2918.  

Een zitmeubel met gegevens.

D

8

Databank

 

2919.  

Handvaten voor taaltekens.

L

12

Lettergrepen

 

2920.  

Niet alleen rijke koeien doen het.

B

6

Bulken[80]

 

2921.  

Erkennen betekent meer schenken.

T

8

Toegeven

 

2922.  

Worden op school gegeven tegen de dorst.

L

6

Lessen

 

2923.  

Als spil heel goed isolerend.

A

6

Asbest

 

2924.  

De taille van een schoenmaker.

L

5

Leest

 

2925.  

Ga niet verder op de fles!

S

4

Stop

 

2926.  

Moet gehaald worden, want men kan er niet buiten!

A

4

Adem

 

2927.  

Bakmiddel voor de grap.

P

5

Poets

 

2928.  

Kleding om te internetten.

S

7

Surfpak

 

2929.  

Barrière tussen ambtenaar en publiek.

L

5

Loket

 

2930.  

Maat bij het dopen.

M

5

Meter

 

2931.  

Volgens hen smaakt het heerlijk.

K

9

Kiplekker[81]

 

2932.  

Neergegooid door een staker.

B

6

Bijltje

 

2933.  

Milanese  toonladder.

S

5

Scala

 

2934.  

Een geweldige ontploffing.

K

4

Knal

 

2935.  

Voor de jeugd zit er muziek in.

T

8

Toekomst

 

2936.  

Meeslepende mode voor een bol met verward haar.

R

4

Rage

 

2937.  

Laureaten eten niet, aldus een meisje.

L

5

Laura[82]

 

2938.  

Vuur van een handelaar zonder haard.

E

4

Elan[83]

 

2939.  

Die schande is niet van vroeger.

O

5

Oneer

 

2940.  

Orgasme op een bergtop.

H

10

Hoogtepunt

 

2941.  

De vorm van een ondier.

E

6

Eirond

 

2942.  

Speech voor de ankerplaats.

R

4

Rede

 

2943.  

In dit gebied wonen alleen maar kwajongens.

S

14

Schelmenstreek

 

2944.  

Verbreekt de verbinding voor energie.

S

11

Stopcontact

 

2945.  

Gebak in zoutwater.

Z

9

Zeebanket

 

2946.  

Brandbare beminde.

V

4

Vlam

 

2947.  

Aangeschoten zonder op te schieten.

T

4

Teut

 

2948.  

Ineens zijn er intriges.

P

5

Plots

 

2949.  

Een extra grote maat voor een Engelse vorst.

K

8

Kingsize

 

2950.  

Vraagstukken in de koffie laten verdwijnen.

O

8

Oplossen

 

2951.  

Deze vissen vind je op de camping.

H

8

Haringen

 

2952.  

Achterop de fiets knoopt hij rap de eindjes aan mekaar.

S

10

Snelbinder

 

2953.  

Zo zuinig dat het schaars wordt.

S

9

Spaarzaam

 

2954.  

Woody maakt films voor iedereen.

A

5

Allen

 

2955.  

Vanuit Zwitserland halen ze me uit Bremen.

B

4

Bern[84]

 

2956.  

Afnemen met een verfstof.

T

5

Tanen

 

2957.  

Eén van de twee waarop men slaapt.

O

3

Oor

 

2958.  

De staat van één hijswerktuig.

I

6

Italië[85]

 

2959.  

Zet de eend aan het spek!

Z

6

Zwoerd[86]

 

2960.  

De kwestie is om zeep en toch moet je het oplossen.

V

9

Vraagstuk

 

2961.  

Door berusting niet uitgevoerd.

G

7

Gelaten

 

2962.  

Stommeling van een veeboer.

R

4

Rund

 

2963.  

Talent voor de bouw.

A

6

Aanleg

 

2964.  

Dat is een vogeltje.

V

3

Vrij

 

2965.  

Zie je wel van twee kanten!

A

3

Aha

 

2966.  

Hier opgejaagd of op de kast.

S

5

Stang

 

2967.  

Zij leurt reeds met een hoeveelheid.

Z

8

Zevental[87]

 

2968.  

Bloeddorst?

A

6

Anemie[88]

 

2969.  

Soort warme douche?

Z

8

Zonnebad

 

2970.  

B - - .

B

8

Beminnen

 

2971.  

Zet 'm aan de kant als het rookt!

W

4

Walm[89]

 

2972.  

Dier met verdraaide liezen.

E

6

Ezelin

 

2973.  

Pakte een vaartuig zonder originaliteit.

N

6

Namaak[90]

 

2974.  

Een Rotterdamse club uit Griekenland.

S

6

Sparta

 

2975.  

De klokken luiden Zuid – Duitsland.

B

7

Beieren

 

2976.  

Dit mooie meisje functioneert niet meer.

S

4

Stuk

 

2977.  

Hij loopt te venten met een planeet.

M

10

Marskramer

 

2978.  

Dit vleesproduct is in het Engels heel slecht.

W

5

Worst

 

2979.  

Hetzelfde in een auditorium.

D

4

Dito

 

2980.  

Deze munt staat in brand.

R

4

Rand

 

2981.  

Financieel zijn ze van kracht.

G

6

Gelden

 

2982.  

Larve uit de boemeltrein.

E

5

Emelt

 

2983.  

Denkbeeldige actie van de vijand.

I

5

Inval

 

2984.  

Het gaat snel in dit dierenverblijf.

R

3

Ren

 

2985.  

Zwemt reeds op grote afstand.

 

A

5

Alver[91]

2986.  

Bij de brand schreeuwt men ook om een misdrijf.

M

5

Moord

 

2987.  

Een mannequin in het klein.

S

11

Schaalmodel

 

2988.  

Een bij met stoffer en blik.

W

8

Werkster

 

2989.  

Dit reptiel blust.

B

10

Brandslang

 

2990.  

1/50000 ei.

S

6

Schaal

 

2991.  

Verschillende soorten gesteente.

A

8

Allerlei

 

2992.  

Dat gewicht is niet van hun.

O

3

Ons

 

2993.  

Die betrekking is ook weg.

B

4

Baan

 

2994.  

Belangstelling tonen voor Frans en Engels.

T

5

Talen[92]

 

2995.  

Behalve een vreemde vogel ook een luie aap.

L

4

Lori

 

2996.  

Plak 'm op om iemand in te delen.

E

7

Etiket

 

2997.  

Geladen deeltje achter het stadion.

I

3

Ion

 

2998.  

Even in het woud voor welvarende gasten.

B

6

Botels[93]

 

2999.  

Stevig als een brand.

F

4

Fiks

 

3000.  

Hij die bij de tijd is, is meer dan slim.

W

5

Wijzer

 

 



[1] Sint = sintel – el. Sintel = slak.

[2] Arts = artiest – iet.

[3] Vlas: ww. vlassen op = happig zijn op, uitzien naar.

[4] Retro: Pia weg uit Pretoria " blijft over: retor. 'Komt terug' " met retor vorm je retro.

[5] Klaas: Klaas Vaak = sprookjesfiguur, die de kinderen zand in de ogen strooit,  zodat ze gaan slapen.

Een stijve klaas = een houterige vent.

[6] Schol = 1. platvissoort. 2. ijsschots.

[7] Pellen = 1. Afschilferen, vervellen. 2. linnen stof voor handdoeken.

[8] Alsof = Al + sof.  Sof = tegenslag, mislukking. Alsof: doen alsof = de valse schijn geven.

[9] Sneuvelen = sneu + velen.

[10] Tenor: toeristenorganisatie.

[11] Oost = oo ( onderofficier ) + st ( sst = zwijg! )

[12] Brein: vrouwelijk roofdier = berin " brein, verstand.

[13] Bush = 1. oerwoud. 2. Amerikaans president.

[14] Stunt = huzarenstukje. Stoethaspel = onhandig persoon. Stuntelen = onhandig te werk gaan.

[15] Sol = ( van solutio ) , colloïdale oplossing.

[16] Gehangene = in het huis van de gehangene spreekt men niet over de strop = men vermijdt een onderwerp dat pijnlijke herinneringen kan opwekken.

[17] Label = merk van grammofoonplaten. Label = lab + el.

[18] Soes = zacht gebak. Soesa =  drukte. Soesa = soes A = eerste gebakje.

[19] Bron: Wel = bron; boerin – ei = born " bron.

[20] Vedelen = vioolspelen.

[21] Zonde: in de uitdr.: het is zonde = het is jammer. Uitdr.: dat is te bruin = dat gaat te ver ; een bruin leven leiden = het leven van een losbol.

[22] Akkergans = rietgans, bijna even groot als de wilde gans.

[23] Rijzen: rijs (meervoud: rijzen) = dunne takjes; jong rijs kan men buigen, oude bomen niet = kinderen kan men leiden, ouderen niet meer. Rijzen = opkomen.

[24] Veer = 1. een veer laten = iets van zijn eer verliezen. 2. overzetplaats over een water.

[25] Pasar = markt, overdekte marktplaats. Pasar = pas + ar.

[26] Krot: Kordaat – ada = kort " krot.

[27] Griet = 1. gemeenz. meisje. 2. soort platvis.

[28] Oker = 1. klei, gekleurd door ijzeroxide. 2. verf bereid uit oker.

[29] Pet = gemeenz.: nietswaardig.

[30] Hak: iemand een hak zetten = een poets bakken, een onaangename verrassing bezorgen.

[31] Dutten = 1. een kort licht slaapje doen. 2. een merk of teken slaan in.

[32] Olm = 1. loofboom. 2. blinde, pigmentloze salamander die leeft in de onderaardse grotten en bronnen in het Karstgebied.

[33] Wulps = geil. Wulp = geslacht van snipachtige vogels die in Nederland veel als broedvogel voorkomt.

[34] Eend: fig.: dom mens

[35] Okapi: kampioen – m,e,n = kapio " okapi.

[36] Salmi = ragout van gebraden gevogelte.

[37] Tuut = politieagent (gewestelijk)

[38] Nier: zuiver = rein, weergegeven " nier

[39] Gis = 1. Muz. een halve toon verhoogde g.  2. Gemeenz.: slim.

[40] Iers: klieren " uiers " min 'u' " iers.

[41] Peg = pin of spie, bv. om een schaafbeitel vast te zetten.

[42] Tipgever: tip = 1. fooi. 2. aanwijzing, wenk van een ingewijde.

[43] Bras = 1.(scheepv.) elk van de twee touwen waarmee de raas omgehaald wordt. 2. brassen = overdadig eten en drinken.

[44] Nors: monsters – s, t, e, m = onrs (en onvriendelijk) " nors

[45] Nee:  nee verkopen = uitverkocht zijn.

[46] Tingeling = tin + geling. Gelen = geel worden.

[47] Ermitage = kluizenaarsverblijf. De letters van 'arme geit' leveren 'ermitage' op.

[48] Satire: artiesten – net = arties " satire

[49] Wezen = 1. schepsel  2. kern, innerlijk. Hij mag moedig lijken, in wezen is hij een lafaard.

[50] Peer = Barg.: kerel, vent.

[51] Garen: ergens garen bij spinnen = ergens voordeel uit trekken.

[52] Benen:ww:met grote stappen snel lopen.

[53] Dan = systeem van 10 onderscheidingen in een aantal Oosterse vechtsporten (judo, taekwondo, karate …)

[54] Naga = naja = brilslang, cobra. Controleren = nagaan;

[55] Makaak: mak + aak. Makaak = soort uit de familie der langstaartapen.

[56] Dong = munteenheid in Vietnam. Dingen naar = trachten te verwerven.

[57] Kloris = gemeenz. vrijer, onhandige man.

[58] Naaien = gemeenz. ernstig benadelen.

[59] Roman: normaal – al('al' niet) = norma " roman.

[60] Zwang = zwanger – er.

[61] Tsaren: dokters = artsen; 'zijn in de war van deze Russen': dus artsen " tsaren.

[62] Vlok: 'de hele natie(volk) ligt overhoop' " vlok.

[63] Jetje = 1. meisjesnaam. 2. uitdr: iemand van Jetje geven = iemand een pak slaag geven.

[64] Git: snaak = grappenmaker of guit. Guit zonder u = git " gitzwart.

[65] Stag = steunkabel op een schip. Overstag gaan = a. over een andere boeg gooien. b. van mening veranderen.

[66] Rekke = vrouwelijk ree in het derde jaar. Rekken = langer maken. Eindeloos " rekke.

[67] Korst: 'klooster' – 'leo' = kostr; 'met stukje brood '" korst.

[68] Noga: Angola – al ('reeds  uit') = ango; en het moet 'lekkers' zijn, dus ango " noga.

[69] Keep = 1. insnijding, kerf. 2. soort vink.

[70] Chinezen = heroïne gebruiken door deze te verhitten en de rooksliert via een koker te inhaleren.

[71] Innen: beuren = geld ontvangen.

[72] Eerst: 'om te beginnen' = eerst. Er ontbreekt 'niets' of 'o' aan 'oester'; dus oester – o = ester " eerst.

[73] Pint = inhoudsmaat in Angelsaksische landen van ca 0.5 liter.

[74] Thor: schrap in 'hertogen' de letters van 'geen' " hrto; met deze letters vorm je de godheid 'thor'.

[75] Schrok = 1. gulzige eter, vraat. 2. verleden tijd van schrikken.

[76] Trog = kneedbak, voerbak voor varkens. 'het eten komt terug' " eten (gort) " trog.

[77] Okapi: 'ik' lig met 'grootvader = opa' overhoop. 'ik' + 'opa' overhoop halen om een dier te vormen " okapi.

[78] Stipt = precies. Stippen = indopen = even in een vloeistof brengen.

[79] Terp = ( in Friesland en Groningen ) hoogte waarop men woonde, om tegen het water beveiligd te zijn. Terp = pret(plezier) in omgekeerde volgorde.

[80] Bulken = 1.loeien(van rundvee). 2. (fig.) bulken van het geld = veel geld bezitten.

[81] Kiplekker: heerlijk smaken volgens "hen".

[82] Laura: 'Laureaten'  - 'eten' " laura.

[83] Elan: 'handelaar' – 'haard' " nela (vuur) " elan

[84] Bern: 'Bremen' – 'me' = bren (+ 'vanuit Zwitserland') " Bern

[85] Italië: 'één' = I; hijswerktuig = talie (soort takel, scheepstakel)

[86] Zwoerd = Z (zet) + woerd (= mannetjeseend) = zwoerd = huid van spek.

[87] Zevental = Ze + vent (= leurt) + al (reeds)

[88] Anemie = bloedarmoede. Dorst = behoefte aan.

[89] Walm = dikke vettige rook. Walm – m = wal (oever, kade, kant)

[90] Namaak = Nam + aak (vaartuig).

[91] Alver = tot 20 cm lange karpersoort met zilverkleurige schubben. 'reeds op grote afstand' = al + ver.

[92] Talen = belangstelling tonen voor,  zich iets aantrekken van.

[93] Botels: even (tel)in woud(bos) " bo tel s. botel = samentrekking van boot en hotel = varend hotel.