Om een woord te zoeken: druk Ctrl+F

CTRL + klik of dubbelklik  (in de 5de kolom ) om de oplossing zichtbaar te maken.


351.           

Dit schip is een goed binnenkomertje.

IJ

8

IJsbreker

 

352.           

Deze drugsbaron praat met horten en stoten.

H

9

Hakkelaar

353.           

Het werkgeheugen van een schaap.

R

3

Ram

 

354.           

Staat nooit op het hoogste schavotje.

T

6

Tweede

 

355.           

Deze lichtbron laat het koppie hangen.

H

8

Hanglamp

 

356.           

Van dit knaagdier bestaat ook een draadloze variant.

M

4

Muis

 

357.           

Deze fluit werkt tegen.

D

10

Dwarsfluit

 

358.           

Deze schelp is gemaakt van kraakbeen.

O

9

Oorschelp

 

359.           

Deze kat zit er naast.

M

7

Mispoes

 

360.           

Hij is altijd koning.

K

5

Klant

 

361.           

Deze tonen zijn in orde.

A

7

Akkoord

 

362.           

Dit aardewerk klinkt als een vereniging voor agrariërs.

B

10

Boerenbont[1]

 

363.           

Aan dit zitmeubel kleven zeer kleine waterdruppeltjes.

M

8

Mistbank

 

364.           

Dit zitmeubel bevalt.

B

8

Baarkruk[2]

 

365.           

Dit advies krijg je bij het ochtendgloren.

D

8

Dageraad

 

366.           

Met deze enorme auto kun je de berg afglijden.

S

4

Slee

 

367.           

Deze prutsers helpen iemand die slecht te been is.

K

7

Krukken

 

368.           

In deze kers zit geen pit en toch is hij pittig.

T

8

Tuinkers

 

369.           

Zo lekker voelt een koningskind.

P

12

Prinsheerlijk

 

370.           

Men is het als men de pisang is.

D

4

Dupe[3]

 

371.           

Zo'n bedrijf is niet benoemd bij naam.

N

8-12

Naamloze Vennootschap

372.           

Dit blok ligt danig in de weg.

S

12

Struikelblok

 

373.           

Dit dier maak je niets wijs.

K

3

Kat[4]

 

374.           

Een EHBO -  post voor de inwendige mens.

P

14

Pleisterplaats

 

375.           

Je maakt het schoon als je nieuw begin maakt.

L

3

Lei

 

376.           

Wanneer bezoek komt en gaat als de weerlicht.

B

13

Bliksembezoek

 

377.           

Wanneer je dit woord niet weet kun je inderdaad lang wachten.

W

10

Wachtwoord

 

378.           

Het lastdier van een schilder.

E

4

Ezel

 

379.           

Een kapsel op een bezemsteel.

R

7

Ragebol[5]

 

380.           

Dit doe je als je bij de verkoop van deze vruchten ze met opzet verwisselt.

B

9

Bedriegen

 

381.           

Dit tijdschrift is nogal slap.

W

8

Weekblad

 

382.           

Grazende schrifttekens.

K

13

Koeienletters

 

383.           

Keurige arbeid voor meerdere computers.

N

7

Netwerk

 

384.           

Een spijskaart op de computer.

M

4

Menu

 

385.           

Dit is er eerder dan de kip maar later dan het ei.

K

6

Kuiken

 

386.           

Deze kaper kom je op straat tegen.

W

9

Wegpiraat

 

387.           

Een menselijke herbivoor.

V

10

Vegetariër

 

388.           

Dun metaal voor in de keuken.

A

14

Aluminiumfolie

 

389.           

Een Frans bed voor een tweeling.

L

4-7

Lits-jumeaux

 

390.           

Leef je afgesloten van de wereld, dan geeft dit waterdier dat aan.

O

6

Oester

 

391.           

Een magische diaprojector.

T

13

Toverlantaarn

 

392.           

Een muzikaal kledingsstuk.

B

6

Bolero[6]

 

393.           

Deze krekel vouwt zijn handen.

B

13

Bidsprinkhaan

 

394.           

Dit gas lijkt van adellijke afkomst.

E

7

Edelgas

 

395.           

Hij is alleen dapper als hij zijn schoenen uit heeft.

H

4-2-6

Held op sokken

 

396.           

Dit draagt een paddestoel.

H

4

Hoed

 

397.           

Deze slimme vogel heeft een dom kind.

U

3

Uil

 

398.           

Dit schoeisel breekt bij verbijstering.

K

5

Klomp[7]

 

399.           

Een sportieve aanvangsknal.

S

10

Startschot

 

400.           

Bewijs van een verre vakantie.

P

10

Prentkaart

 

401.           

Deze boom heeft veel namen.

S

8

Stamboom

 

402.           

In deze plant zit een melkproduct.

B

10

Boterbloem

 

403.           

Het sterrenbeeld van Vrouwe Justitia.

W

10

Weegschaal

 

404.           

Een boom in je hand.

P

4

Palm

 

405.           

Reclamegas.

N

4

Neon

 

406.           

Zo dronken als dit jong.

L

3

Lam

 

407.           

Dit vermogen brengt mensen en hemellichamen dichter tot elkaar.

 

A

18

Aantrekkingskracht

 

408.           

Dit is goedkoop.

D

8

Duurkoop

 

409.           

Iemand die volgens zijn eetgewoonten, zichzelf zou kunnen opeten.

K

9

Kannibaal

 

410.           

Vertellingen van mond tot mond, vooral in trek vóór de verkiezingen.

S

9

Sprookjes

 

411.           

Muzikale vrouwelijkheid.

L

2

La

 

412.           

Een knoest in hout en een drankje tegen griep.

K

5

Kwast

 

413.           

Het keurige gedeelte van een telefoonnummer.

N

9

Netnummer

 

414.           

Deze uitsmijter hangt in de auto.

P

7

Portier

 

415.           

Dit ligt er te veel op je vork als deze overbelast is.

H

4

Hooi

 

416.           

Wanneer je welkom bent kom je hierin goed terecht.

A

5

Aarde[8]

 

417.           

Zij heeft een loopbaan.

A

6

Atlete

 

418.           

Een pijlsnel steekwapen.

S

5

Speer

 

419.           

De sport van iemand die niet uit een probleem kan komen.

W

9

Worstelen

 

420.           

Het is huilen met dat op, als het niets waard is.

P

3

Pet

 

421.           

Dit doen edelen met hun schep.

G

6

Graven

 

422.           

De betaalmethode van een gierigaard.

P

6

Pinnen

 

423.           

Een levende melkfabriek.

K

3

Koe

 

424.           

Een wedstrijd tussen 2 identieke lichaamsdelen.

N

3,3,3,4

Nek aan nek race

 

425.           

Zij musiceren in een vertrek.

K

11

Kamerorkest

 

426.           

Deze duif is minder glanzend.

D

6

Doffer

 

427.           

Hij bouwt aan zijn lichaam.

B

11

Bodybuilder

 

428.           

Op dit plantje wordt in huis gelopen.

P

12

Pantoffeltje[9]

 

429.           

Dit dier heeft helemaal geen manieren.

O

9-4

Ongelikte beer

 

430.           

Als je bij koud weer een wandeling maakt dan haal je in feite dat frisse lichaamsdeel.

N

4

Neus

 

431.           

Deze onderneming heeft dochters.

M

17

Moedermaatschappij

 

432.           

Over dit speelgoedbeest praat je het liefst.

S

11

Stokpaardje

 

433.           

Een muziekmakende eenheid.

H

8

Harmonie

 

434.           

De kop van een leider.

H

5

Hoofd

 

435.           

Zij verwijt de ketel dat hij zwart ziet.

P

3

Pot

 

436.           

Dit broodje eten ze bij de marine.

K

5

Kadet

 

437.           

Deze winterse creatie is steeds mannelijk.

S

9

Sneeuwman

 

438.           

Een nietszeggende sanctie.

S

12

Spreekverbod

 

439.           

Een bang knaagdier.

A

9

Angsthaas

 

440.           

Als je ter verantwoording wordt geroepen, moet je hierop komen.

M

5

Matje

 

441.           

Stoppen met bomen omhakken.

K

6

Kappen

 

442.           

Is deze banenmaker een koppensneller?

H

10

Headhunter

 

443.           

Met deze rookwaar ben je de pineut.

S

6

Sigaar

 

444.           

Het vrome gedrag van sommige roofvogels.

B

6

Bidden

 

445.           

Zo puur als een vergrootglas.

L

10

Loepzuiver

 

446.           

Seizoensgebonden pigmentjes.

Z

13

Zomersproeten

 

447.           

Deze larve wordt gemaakt in Engeland.

M

4

Made

 

448.           

Het gezonde deel van een ladder.

S

5

Sport

 

449.           

Dit waterdier is gewapend.

Z

9

Zwaardvis

 

450.           

Daar val je in als je in een onvoorziene moeilijke situatie terechtkomt.

G

3

Gat

 

451.           

Dit gat in de grond is gemaakt door twee vogels.

V

7

Valkuil

 

452.           

Dans voor Limburgers.

L

9

Limbodans[10]

 

453.           

Een explosief zitje.

S

12

Schietstoel

 

454.           

Iemand met een theedoek verslaan.

A

8

Afdrogen

 

455.           

Dit maak je met de auto met iemand anders dan je geliefde.

S

10

Slippertje

 

456.           

Een sprookjesgetal.

E

3

Elf

 

457.           

Dit vogeltje heeft grote oren.

L

11

Luistervink

 

458.           

Met dit heilige dier duiden we wel onze auto eens aan.

K

3

Koe

 

459.           

Een slang met veren.

B

3

Boa[11]

 

460.           

Als hij lui is, is hij rap gereed.

Z

5

Zweet

 

461.           

Een ongezonde prater is het.

B

10

Babbelziek

 

462.           

De angst voor de zone van 30 km/uur.

D

12

Drempelvrees

 

463.           

Dit leggen vissen tegen je onderbeen.

K

4

Kuit

 

464.           

In deze Griekse god kun je koken.

P

3

Pan

 

465.           

Hij is onhandig in de tuin.

H

4

Hark

 

466.           

Een man had ze vroeger en een knaap heeft ze iedere nacht.

J

13

Jongensdromen

 

467.           

Deze snacks staan in de fik.

V

10

Vlammetjes

 

468.           

Deze bank bewaart geen geld maar een vitale vloeistof.

B

9

Bloedbank

 

469.           

Deze vettige substantie bestaat niet meer.

W

3

Was

 

470.           

Wit product met effect.

S

9

Sneeuwbal

 

471.           

Zo te horen een verdwenen eetgelegenheid.

W

13

Wegrestaurant

 

472.           

Zo mooi dat je er bijna van stikt.

A

12

Adembenemend

 

473.           

Dat stukje elektriciteit baalt verschrikkelijk.

S

7

Stekker[12]

 

474.           

Wondafdekking voor muren.

P

8

Pleister

 

475.           

Piekeren in een molen.

M

5

Malen

 

476.           

Over deze gevel loop je naar boven.

T

9

Trapgevel

 

477.           

Deze vaten hebben onderling overleg.

C

14-5

Communicerende vaten

478.           

Aan deze voorkant wordt gevochten.

F

5

Front

 

479.           

Een schietende hond.

B

7

Blaffer

 

480.           

Vóór dank.

S

5

Stank

 

481.           

De muziek van Grieken en Romeinen.

K

9-6

Klassieke muziek

 

482.           

Een zelfstandig mens dopt ze zelf.

B

8

Boontjes

 

483.           

Strijdperk waarin gras slecht gedijt.

A

5

Arena[13]

 

484.           

Ritmische rem.

T

10

Trommelrem

 

485.           

Deze letters kunnen zelfs door een rund gelezen worden.

K

13

Koeienletters

 

486.           

Dit die is ooit en beer geweest en is het nog steeds.

W

7

Wasbeer

 

487.           

Niet het tegenovergestelde van zoetstof.

Z

8

Zuurstof

 

488.           

Deze regen is dodelijk.

K

10

Kogelregen

 

489.           

Geef die groente een mep.

S

3

Sla

 

490.           

Hij is het die in de bergen zonder vrees is.

H

10

Hoogmoedig

 

491.           

Waterscout.

Z

12

Zeeverkenner

 

492.           

Hij kwaakt en is opvliegend.

D

11

Driftkikker

 

493.           

Met een T ervoor wordt dit land een alleenheerser.

I

4

Iran

 

494.           

Op deze manier bewegen onderdanige mensen zich voort.

K

7

Kruipen

 

495.           

Hiervoor is een muis bang na het nuttigen van teveel alcohol.

K

5

Kater

 

496.           

Dit zet je op een vlam maar ook op de feestvreugde.

D

6

Domper

 

497.           

Dit kan redeneren zonder kop.

K

3

Kip

 

498.           

Deze tik van het uurwerk komt precies op tijd.

K

8

Klokslag

 

499.           

En doornig zwijntje.

S

12

Stekelvarken

 

500.           

Hierin wordt een bekomen opdracht gesleept.

W

5

Wacht

 

501.           

Dit ééncellig organisme krijgt, volgens zijn naam, nooit koude voeten.

P

16

Pantoffeldiertje

502.           

Een geometrisch venster.

R

4

Ruit

 

503.           

Deze grondstof is dom.

O

4

Olie

 

504.           

Deze vloeibare spijs zit in een depressie.

D

7

Dipsaus

 

505.           

Hij is er altijd de eerste bij.

H

7-2-7

Haantje de voorste

 

506.           

Deze jongen heeft de boodschap begrepen.

R

5

Roger[14]

 

507.           

Tijdens dit evenement zoeken jagers naar een onderbroek.

S

9

Slipjacht[15]

 

508.           

Zo te horen is deze rivier schoon.

R

3

Rijn

 

509.           

Dit roept als je aan de slag moet gaan.

P

6

Plicht

 

510.           

Bekendmaken moet van hier af.

D

5

Daken

 

511.           

Deze plek op een schip is zeer groot.

R

4

Ruim

 

512.           

Samenwonen in een kot.

H

6

Hokken

 

513.           

Een pluimbal in de ruimte.

S

7

Shuttle

 

514.           

Hier vind de 3de helft van een voetbalmatch plaats.

K

7

Kantine

 

515.           

Dit is iemand met een leegstaande bovenkamer.

L

9

Leeghoofd

 

516.           

Met deze hen heeft de haan een weinig serieuze relatie.

S

11

Scharrelkip

 

517.           

Deze huidreactie kan een haan nooit krijgen.

K

9

Kippenvel

 

518.           

Gratis toegangsbewijzen voor liefkozingen.

V

10

Vrijkaarten

 

519.           

Deze vogels stelen alles wat ze tegen komen.

R

5

Raven

 

520.           

Men is bij deze vingers als men slim is.

P

6

Pinken

 

521.           

Een waardeloos getal.

N

3

Nul

 

522.           

Dit schip komt terug van waar het vertrokken is.

R

9

Rondvaart

 

523.           

Dit vaartuig gaat snel.

V

4

Vlot

 

524.           

Iemand met slaande argumenten enthousiast maken.

M

9

Motiveren

 

525.           

Dit ligt bij journalisten op de vloer.

P

4

Pers

 

526.           

Dit metaal verwijdert kreuken.

IJ

4

IJzer

 

527.           

Zij kan vorstelijk koken.

K

13

Keukenprinses

 

528.           

Dit schaadt.

O

8

Overdaad

 

529.           

Dit is iemand die zijn terughoudendheid vooraf besproken heeft.

G

16

Gereserveerdheid

 

530.           

Hij die zich blootstelt aan bespotting zet men ervoor.

S

5

Schut

 

531.           

Een walvis met een bochel.

B

7

Bultrug

 

532.           

Neerslag uit de ruimte.

M

16

Meteorietenregen

 

533.           

De haardracht van een stripfiguur.

K

6

Kuifje

 

534.           

Zelf loopt hij op sloffen terwijl zijn vrouw de broek draagt.

P

13

Pantoffelheld

 

535.           

Vandalistische gravende zoogdiertjes.

M

6

Mollen

 

536.           

Een gekleurd huisdier als infectieziekte.

R

4-4

Rode hond

 

537.           

Een meubelstuk in de rekenles.

T

5

Tafel

 

538.           

Dit vervoermiddel neem je als je gaat lopen.

B

10

Benenwagen

 

539.           

Wie hier in schiet, is vrolijk.

L

4

Lach

 

540.           

Dit diertje houdt van de stilte.

M

4

Muis

 

541.           

Een neus is hiervan gemaakt als het weinig voorstelt.

W

3

Was

 

542.           

Deze knecht van Sinterklaas wekt medelijden op.

Z

10

Zielenpiet

 

543.           

Op dit hijstoestel maakt de poes een salto.

K

6

Katrol

 

544.           

Een deel van een fles en lichaamsdeel.

H

4

Hals

 

545.           

Deze punt heeft een staartje.

K

5

Komma

 

546.           

Dit kleine kind zit de hele tijd te pulken.

P

9

Peutertje

 

547.           

Hieruit worden onbehouwen mensen getrokken.

K

4

Klei[16]

 

548.           

Hiermee schep je bronwater.

S

3

Spa

 

549.           

Religieuze beeldjes op je computerscherm.

I

9

Ikoontjes

 

550.           

Als men zich blij maakt voor een onbenulligheid, dan is dat diertje dood.

M

3

Mus

 

551.           

Kookgerei voor aan zee.

D

7

Duinpan

 

552.           

De kleur van een beginneling.

G

5

Groen

 

553.           

Gereedschap voor culinaire dieven.

S

8

Steelpan

 

554.           

Stellen die het doen.

P

5

Paren

 

555.           

Hij zoekt zijn eigen naam uit.

K

4

Koos

 

556.           

In deze corridors worden geruchten verspreid.

W

12

Wandelgangen

 

557.           

Gymnastische trouwattributen.

R

6

Ringen

 

558.           

Broedmeubel.

N

8

Nestkast

 

559.           

Dit spook communiceert in morse.

K

9

Klopgeest

 

560.           

Dat eet men als men zijn woord spreekt.

B

5

Brood

 

561.           

Speelgoed voor mannetjeshaas.

R

9

Rammelaar

 

562.           

Het barbecue – schema.

R

7

Rooster

 

563.           

Als je verstand op 0 staat, staat je blik hierop.

O

8

Oneindig

 

564.           

Legitimatiebewijs voor dansers.

D

7

Danspas

 

565.           

Deze poes drukt de krant af.

P

4

Pers

 

566.           

De aarde heeft er één, een leeuw meerdere.

M

5

Manen

 

567.           

Met decoraties iemand het hof maken.

V

9

Versieren

 

568.           

Deze afstammeling is geschikt om geplant te worden.

T

4

Telg

 

569.           

Een prikplaatje op je lichaam.

T

8

Tatoeage

 

570.           

Wie wint er?

A

9

Aanhouder

 

571.           

Een auto dusdanig sturen dat hij in stukjes wordt gereten.

S

8

Scheuren

 

572.           

Dit vlees kan ook door vegetariërs gegeten worden.

V

11

Vruchtvlees

 

573.           

Hij racet met platen.

D

10

Diskjockey

 

574.           

Deze balk is het nergens mee eens.

D

11

Dwarsligger

 

575.           

Deze warmwaterbron vind je in de keuken.

G

6

Geiser

 

576.           

Een sprookjesfiguur tussen 10 en 12.

E

5

Elfje

 

577.           

Een vrijgezel op 45 toeren.

S

6

Single

 

578.           

Een smaaktest op voorhand.

V

11

Voorproefje

 

579.           

Het bevel om iets te leveren.

O

5

Order

 

580.           

Overloopmiddel.

D

7

Druppel

 

581.           

Hoewel deze bloemen doornen hebben is het prettig erop te zitten.

R

5

Rozen

 

582.           

Dit schaakstuk is een goede binnenkomer.

L

5

Loper

 

583.           

De kleding voor een deftige partij.

G

4

Gala

 

584.           

Als dit voorwerp een persoon was zou hij te hard praten.

L

11

Luidspreker

 

585.           

Dit houdt het hemellicht bezig.

B

15

Bliksemafleider

 

586.           

Deze Kroatische stad zit in een gymnastische houding.

S

5

Split

 

587.           

Een leerzaam vertrek.

S

12

Studeerkamer

 

588.           

Hij staat altijd midden in het handelsleven.

M

13

Middenstander

 

589.           

Dit touw jaagt je de stuipen op het lijf.

S

11

Schrikdraad

 

590.           

Een gebruik vóór gebruik.

S

8

Schudden

 

591.           

Met flink wat geduld weeg je inhoudelijk zoveel.

O

3

Ons[17]

 

592.           

Een teleurstellend stortbad.

K

5-6

Koude douche

 

593.           

Dit leesteken heeft een aparte tongval.

A

6

Accent

 

594.           

Een mooie jongen in de ruimte.

A

6

Apollo

 

595.           

Sla op dit stuk hout voor ruimte tussen de letters.

S

10

Spatiebalk

 

596.           

Het kletsen van publieke vrouwen op leeftijd.

O

10

Ouwehoeren

 

597.           

Dit vlammetje slaapt nooit.

W

8

Waakvlam

 

598.           

Vogels kunnen er in leggen, mens kunnen er in liggen.

N

4

Nest

 

599.           

De duivel in een doosje.

L

7

Lucifer

 

600.           

De tijd vóór tak.

T

3

Tik

 

601.           

Een scheutje sterke drank met een zenuwtrek.

T

3

Tic[18]

 

602.           

Deze ezel draagt een doek.

S

13

Schildersezel

 

603.           

Deze deur wordt steeds slechter.

A

13

Achteruitgang

 

604.           

Voor dijkgraven een ramp, voor artiesten geweldig!

 

D

9

Doorbraak

605.           

Deze vloot vaart nooit uit.

B

10

Botervloot

 

606.           

Deze vogels kun je melken.

D

6

Duiven

 

607.           

Deze rivier stroomt door een gat van het net.

M

4

Maas

 

608.           

Het muzikale Romeinse duizend en één.

M

2

MI

 

609.           

Deze gebakjes liggen half te slapen.

S

6

Soezen

 

610.           

De smaak van opbreken.

Z

4

Zuur

 

611.           

Zo'n lied blijft altijd groen.

E

9

Evergreen

 

612.           

Met dit bestek leer je iets van jongsaf aan.

P

8

Paplepel

 

613.           

Deze brandstof reinigt de motor.

W

10

Wasbenzine

 

614.           

Compromissen sluiten op zee.

S

10

Schipperen

 

615.           

Ik snap niets van deze Griekse letter.

J

4

Jota

 

616.           

Hieraan draai je relschoppers.

R

3

Rad

 

617.           

Dit maakt de aarde zo aantrekkelijk.

Z

13

Zwaartekracht

 

618.           

Hierop zit je in het parlement

Z

5

Zetel

 

619.           

Het gewicht van boosheid.

G

4

Gram

 

620.           

Rekenkundig overblijfsel.

R

4

Rest

 

621.           

Het schoeisel van een houthakker.

K

8

Kaplaars

 

622.           

Een chagrijnig gemotoriseerd vervoermiddel.

B

9

Bromfiets

 

623.           

Dit strijkinstrument is tegen lage tonen.

C

9

Contrabas

 

624.           

Dit sportieve automodel vind je in een trein.

C

5

Coupé

 

625.           

Zonder huis is dit dier naakt.

S

4

Slak

 

626.           

Vechten met naaldbomen.

S

7

Sparren

 

627.           

Corpulente opschepperij.

D

10

Dikdoenerij

 

628.           

In dit deel van het oor kan je verdwalen.

L

8

Labyrint

 

629.           

Een kaart om mee te hengelen.

A

3

Aas

 

630.           

Het gekleurde touw van het verhaal.

R

4-5

Rode draad

 

631.           

Zeer overtuigend winnen bij het afwassen.

A

8

Afdrogen

 

632.           

Dit is kunst met een kleine k.

C

7

Cabaret

 

633.           

Een doldwaze knuppel.

K

5

Knots

 

634.           

Driemaal is het.

S

12

Scheepsrecht

 

635.           

Dit pantservoertuig is gevuld met benzine.

T

4

Tank

 

636.           

Zo'n oversentimenteel stuk spuwt vuur.

D

5

Draak

 

637.           

Dit kledingstuk ligt te mekkeren aan je voeten.

Z

8

Zeurkous

 

638.           

Weekdier zonder kleding.

N

9

Naaktslak

 

639.           

Een dapper persoon op sloffen.

P

13

Pantoffelheld

 

640.           

Snuffelorganen.

N

6

Neuzen

 

641.           

Geld voor in de kerstboom.

P

4

Piek

 

642.           

Zo te horen smaakt dit koekje niet zoet.

B

12

Bitterkoekje

 

643.           

Hij neemt bonen in de maling.

K

11

Koffiemolen

 

644.           

Zij vertelt geen leugens op de kermis.

W

11

Waarzegster

 

645.           

Deze Keien hebben heel wat teweeg gebracht in de muziek.

R

7-6

Rolling Stones

 

646.           

De kleur van geld vóór het witwassen.

Z

5

Zwart

 

647.           

Turven met vogelkes.

V

6

Vinken

 

648.           

Deze leraar houdt de boeken bij.

P

14

Penningmeester

 

649.           

Zonder plan met nat zand werken.

A

11

Aanmodderen

 

650.           

Lommer achterna lopen.

S

9

Schaduwen

 

651.           

Met vloeibare spijzen de muren schilderen.

S

6

Sauzen

 

652.           

Als hij tevreden is, is hij geen onruststoker.

R

5

Roker.

 

653.           

Heetgebakerd amfibie.

D

11

Driftkikker

 

654.           

Hiermee ga je vrolijk onder narcose.

L

7

Lachgas

 

655.           

Naaldbomenvrucht.

D

8

Denappel

 

656.           

Het kan leuk zijn ze op je hand te hebben.

L

7

Lachers

 

657.           

Deze mobiele woning gaat traag vooruit.

S

11

Slakkenhuis

 

658.           

Neerslag van decoraties.

L

12

Lintjesregen

 

659.           

Schrikbarend dierengeluid.

B

3

Boe

 

660.           

Bij gelegenheid worden ze buiten gezet.

B

10

Bloemetjes

 

661.           

Deze tand is tactvol.

K

4

Kies

 

662.           

De schoenmaker moet er bij blijven.

L

5

Leest

 

663.           

Onbemiddelde lichaamsdelen.

A

5

Armen

 

664.           

Een laagje vet onderaan het schoeisel.

S

8

Spekzool[19]

 

665.           

Dit gewas verspert de overweg.

S

9

Spoorboom

 

666.           

Een conflict op zee.

A

9

Aanvaring

 

667.           

Van dit randje komt veel tuig.

R

6

Richel

 

668.           

Aan dit bouwsel kun je je grieven kwijt.

K

9

Klaagmuur

 

669.           

Een pacifistisch rookgetuig.

V

9

Vredespijp

 

670.           

Een zinnig liedje.

W

5

Wijsje

 

671.           

Met dit reptiel kun je je tuin sproeien.

T

9

Tuinslang

 

672.           

Met dit virus kom je in contact maar kan je zelf niet oplopen.

 

C

13

Computervirus

673.           

Badwant.

W

9

Washandje

 

674.           

Als je deze sport beoefent kan je deze bal verwachten.

K

8

Kaatsbal

 

675.           

Deze piet wil alles exact.

P

7

Precies

 

676.           

Dit snoepgoed kletst veel.

B

9

Babbelaar

 

677.           

Dierlijke organen van een boek.

E

9

Ezelsoren

 

678.           

Deze aardappel klaagt niet.

P

6

Pieper[20]

 

679.           

Deze vlinder zoekt ruzie.

M

3

Mot

 

680.           

Normaal zitten ze er in, maar als men ze er in steekt, word je gedwarsboomd.

 

S

6

Spaken

681.           

Deze auto steelt je grond.

L

9

Landrover

 

682.           

Een jongensnaam aan de voorkant van een schip.

S

6

Steven

 

683.           

Een mensaap als lijfwacht.

G

7

Gorilla

 

684.           

Deze lieden willen liever niet moe zijn.

L

3

Lui

 

685.           

Met zo'n cocktail doe je het een tijdje.

L

9

Longdrink

 

686.           

Mineraal van adellijke afkomst.

E

9

Edelsteen

 

687.           

Als je deze vis vangt heb je niet gekregen wat je wilde.

B

3

Bot

 

688.           

Dit landbouwvoertuig zit ook aan een geweer.

T

7

Trekker

 

689.           

Speelgoedgeneeskundige.

P

12

Poppendokter

 

690.           

Dit dier herinnert zich heel goed de oeververbinding.

E

4

Ezel

 

691.           

Het verstandelijk inzicht van een goede bekende.

K

6

Kennis

 

692.           

Deze letter is een loofboom.

E

2

Es

 

693.           

Glansloze, maar winnende schaakzet.

M

3

Mat

 

694.           

Je kunt er in genomen worden en je kunt er ook aan hebben.

 

M

6

Maling

695.           

Het schrift van een timmerman.

S

13

Spijkerschrift

 

696.           

Dit Engels meisje kan je bellen.

C

8

Callgirl

 

697.           

De klassieke taal van hengelaars.

V

12

Visserslatijn

 

698.           

Deze aanhang treedt niet op de voorgrond.

A

9

Achterban

 

699.           

Van je eigen mengsel een koekje krijgen.

D

4

Deeg

 

700.           

Jan, Piet, Joris en Korneel hebben het.

B

7

Baarden

 

 

 

 

 

 

 



[1] Boerenbont = grof aardewerk met eenvoudige bloemmotieven in heldere kleuren.

[2] Baarkruk = krukje als hulpmiddel om zittend te bevallen.

[3] Pisang = Gez.: de pisang zijn = de dupe, het slachtoffer zijn.

[4] Kat: zegswijze: maak dat de kat wijs! : daar geloof ik niets van.

[5] Ragebol = 1. ronde borstel aan een lange stok. 2. verwilderde haardos

[6] Bolero = 1. Spaanse volksdans in ¾ maat, met castagnetten begeleid. 2. kort, openvallend damesjasje.

[7] Klomp: nu breekt mijn klomp = dat had ik helemaal niet verwacht.

[8] Aarde: in goede aarde vallen = in de smaak vallen.

[9] Pantoffelplant: plantengeslacht uit Zuid – en Midden – Amerika.

[10] Limbodans= dans van Caraïbische oorsprong waarbij de dansers, achteroverbuigend, met hun rug zo dicht mogelijk bij de grond trachten te komen. Limbo = smalend; iemand afkomstig uit Ned. Limburg.

[11] Boa = rolrond damesbont, ook van veren gemaakt.

[12] Stekker: balen als een stekker = nergens zin in hebben.

[13] Arena: Overdekt stadion van Ajax Amsterdam waar inderdaad de grasmat regelmatig moet vernieuwd worden.

[14] Roger: codewoord in de radiotelefonie voor: ontvangen en begrepen.

[15] Slipjacht = jacht waarbij met behulp van een bos stro met de reuk van vossen kunstmatig een vossenspoor gemaakt is, dat door de jagers of honden gevolgd wordt.

[16] Klei: uit de klei getrokken = van het boerenland afkomstig en zonder uiterlijke beschaving.

[17] Ons: Uitdr.: wachten tot je een ons weegt = zeer lang wachten.

[18] Tic = scheutje alcohol in een frisdrank

[19] Spekzool = schoenzool van rubber met ruw oppervlak.

[20] Piepen = overdreven uiting geven aan pijn en zorg. Pieper = gemeenz. aardappel