Om een woord te zoeken: druk Ctrl+F


CTRL + klik of dubbelklik  (in de 5de kolom ) om de oplossing zichtbaar te maken.

 

2001.    

Korte bewoordingen voor een graaf.

S

5

Steno

 

2002.    

In de ruimte gaat men op de loop.

M

4

Mars

 

2003.    

Vellen van lellen.

O

8

Oordelen

 

2004.    

Neem eens wat weg zonder dat iemand het ziet!

S

6

Steels

 

2005.    

Stuk been om te schieten.

K

4

Kuit

 

2006.    

Hierin het klooster is het goed.

O

4

Orde

 

2007.    

Deze groente heeft geen groeihormonen nodig.

K

4

Kool[1]

 

2008.    

De geest van een eindeloze taal.

E

5

Engel

 

2009.    

Familie van een zandspiering.

M

3

Mul[2]

 

2010.    

Doorkijkkaarten.

R

6

Ruiten

 

2011.    

Goed dat het in de hens staat!

B

9

Brandstof[3]

 

2012.    

Dit eten is van alles niets.

V

5-4-3

Vlees noch vis

2013.    

Resultaat met pukkels.

U

7

Uitslag

 

2014.    

Als doodarme onbeschaafde ploeter ik voor de kost.

P

7

Proleet

 

2015.    

Een parelfabriek.

O

6

Oester

 

2016.    

Driemanschap in een rijtuig.

T

6

Trojka[4]

 

2017.    

Tweeslachtig beroep voor militairen.

B

5

Bivak

 

2018.    

Zin om op de vlucht te gaan.

V

9

Vogeltrek

 

2019.    

Het zijn sukkels die erop zitten.

K

7

Krukken[5]

 

2020.    

Drie van deze bomen in dit schip.

B

6

Beuken

 

2021.    

Ontwerp de campagne!

P

4

Plan

 

2022.    

Het volk van dit drassig land is uitgeput.

M

6

Moeras

 

2023.    

Een niagara van woorden.

S

14

Spraakwaterval

 

2024.    

De houding van een berisping.

S

7

Standje

 

2025.    

Hierin kook je de grijze massa.

H

9

Hersenpan

 

2026.    

Denksport op dijken.

D

6

Dammen

 

2027.    

Maak het vat helemaal leeg, vogel!

T

6

Tapuit[6]

 

2028.    

Verslavend middel van een papegaai.

C

4

Coco[7]

 

2029.    

Vrolijkheid die hoorbaar betaald wordt.

G

6

Gelach

 

2030.    

Paard van mijn dromen.

N

11

Nachtmerrie

 

2031.    

De aankoop wordt minder.

A

6

Afname

 

2032.    

Het klinkt als een verwensing van een hockeyer.

S

5

Stick

 

2033.    

De instellingen van de middenstand.

C

6

Centra

 

2034.    

Vrucht om een kerel te lozen.

M

5

Manga[8]

 

2035.    

Met veel drukte verlaat de Deen een Soedanees.

S

5

Soesa

 

2036.    

Dit jasje is verwant aan een windjak.

B

6

Blazer

 

2037.    

Valt hoorbaar in doodse stilte.

S

5

Speld

 

2038.    

Toneelaanwijzingen.

B

15

Bedrijfsgegevens

 

2039.    

TV – mentaliteit.

B

15

Beeldinstelling

 

2040.    

Hij wordt graag gevangen als hij slaapt.

U

6

Uiltje

 

2041.    

De blijdschap van een hond na het wandelen.

U

14

Uitgelatenheid

 

2042.    

Dikwijls na klaas.

V

4

Vaak

 

2043.    

Blazen en drinken.

T

8

Tetteren[9]

 

2044.    

De omroepwereld.

U

14

Uitzendbranche

 

2045.    

Lat - relatie.

H

14

Houtverbinding

 

2046.    

Veel eten is een kwestie van bergen.

S

7

Stouwen[10]

 

2047.    

Het melkmeisje en Mona Lisa.

M

14

Museumschatten

 

2048.    

Autootjes van de zaak.

W

15

Winkelwagentjes

 

2049.    

Met deze notities laten die dieren van zich horen.

K

14

Kattebelletjes[11]

 

2050.    

Niet streven naar oneindigheid.

S

7

Sterven

 

2051.    

De kaas in 't centrum van Leer smaakt goed.

L

6

Lekker[12]

 

2052.    

Uit de war door de roep van de wacht.

W

5

Werda[13]

 

2053.    

De vrees van een slechte adviseur.

A

5

Angst[14]

 

2054.    

Een rustplaats in de moestuin.

B

3

Bed

 

2055.    

Het moment om te delen.

E

4

Even

 

2056.    

Niet voor de vacht in de stad.

N

6

Napels

 

2057.    

Het orgaan van een mispunt.

K

5

Klier

 

2058.    

Soort discotrein.

B

6

Boemel

 

2059.    

Deel van een (scheeps)kiel.

B

5

Boord

 

2060.    

Hoorbaar sprak plechtig de rups aldus.

Z

4

Zijde

 

2061.    

Het is voorbij op de beurs.

G

6

Gedaan[15]

 

2062.    

In grote lijnen verdwenen.

R

6

Ruwweg

 

2063.    

Welvarend monster.

D

5

Draak[16]

 

2064.    

Mooie vrouwen zuiveren.

S

7

Schonen

 

2065.    

Groente die in de keel blijft steken.

K

7

Kropsla

 

2066.    

Bijbelse pestkop.

J

5

Judas

 

2067.    

Twee aan twee de liefde bedreven.

G

7

Gepaard

 

2068.    

Een kleur om dubbel te laten.

B

5

Blauw

 

2069.    

Deze vloeistof is erg dom.

O

4

Olie

 

2070.    

Deze staalarbeiders maken plannen.

S

6

Smeden

 

2071.    

Goed dat men vraagt op welke plaats.

W

4

Waar

 

2072.    

Dat insect is (geen) familie van een luie luis.

W

6

Werkbij

 

2073.    

Beproeving voor de onderbuik.

K

5

Kruis

 

2074.    

Twee schijven om het water tegen te houden.

D

3

Dam

 

2075.    

Hier stoppen de treinen voor uitzending.

S

8

Stations

 

2076.    

Stellingen langer maken.

R

6

Rekken

 

2077.    

Eenheden voor informatie zijn niet vriendelijk.

B

4

Bits

 

2078.    

Van de daken weggaan.

A

8

Afnokken[17]

 

2079.    

Uitgaansgelegenheid op de camping.

T

4

Tent

 

2080.    

Een aantal om te ziften.

Z

5

Zeven

 

2081.    

Het liefhebben van negatieve streepjes.

M

6

Minnen

 

2082.    

Het licht stelen.

V

12

Verduisteren

 

2083.    

Opmerkelijke reiziger.

A

15

Aandachttrekker

 

2084.    

Kansen om iemand op te lichten.

A

17

Afzetmogelijkheden

 

2085.    

Voor 50 % betrouwbaar.

E

16

Eerlijkheidshalve

 

2086.    

Aankomend kunstwerk.

N

5

Naakt

 

2087.    

Engels soort nakomeling.

K

4

Kind

 

2088.    

Tijd waarin men hoorbaar aanspoort.

M

5

Maand

 

2089.    

De literatuur merken.

L

8

Letteren[18]

 

2090.    

Stel dat een oude maat is.

S

4

Span[19]

 

2091.    

Symbool voor ongedierte.

T

5

Teken

 

2092.    

Met deze aansporing is men weg.

A

5

Allee[20]

 

2093.    

Haal de LP uit het portaal als er bloed vloeit!.

A

5

Aorta[21]

 

2094.    

Koper van een stoffer.

A

7

Afnemer

 

2095.    

Een dakloze steen.

Z

8

Zwerfkei

 

2096.    

Een staat in de vorm van een ovaal.

E

6

Eiland

 

2097.    

Een ongewervelde bibliofiel.

B

10

Boekenwurm

 

2098.    

Deze tocht veroorzaakt honger.

T

4

Trek

 

2099.    

Een gevangenis voor verbrandingsafval.

A

5

Asbak

 

2100.    

Zij die dwalen zijn geweest.

W

5

Waren

 

2101.    

Hij kan goed met spanning omgaan.

E

11

Electricien

 

2102.    

Heeft hij te veel geld om gelukkig te zijn?

K

6

Koning

 

2103.    

Het komt die jongen zijn neus uit!

P

4-4

Piet Snot

 

2104.    

Op deze manier is het geen stommeling

W

4

Wijze

 

2105.    

Er is nog hoop voor deze parasiet

M

3

Mijt

 

2106.    

Ouderwetse boosheid is van gewicht.

G

4

Gram

 

2107.    

Ondanks hevige transpiratie slaapt hij goed.

O

5

Otter

 

2108.    

Van de rest wordt het gedolven.

E

4

Erts

 

2109.    

Welvarend gebakje.

K

4

Kano[22]

 

2110.    

Iedereen, zonder uitzondering, moet kijken door het venster van de vergankelijkheid.

S

7

Sterven

 

2111.    

Dat beest is een mispunt.

K

4

Kwal[23]

 

2112.    

Verkondigen is het werk van een verkoper.

U

9

Uitdragen

 

2113.    

Insect in de bajes?

B

9

Bromvlieg

 

2114.    

Ouderwets goedmakertje tussen geliefden.

Z

4

Zoen

 

2115.    

Helderziende uit de Oudheid.

A

5

Argus[24]

 

2116.    

Ter versiering van een uurwerk.

S

7

Slinger

 

2117.    

Reeds weer meer de dorst stillen.

L

5

Laven

 

2118.    

Deze plank blijft niet drijven.

D

9

Duikplank

 

2119.    

In deze kachel is het begonnen.

B

10

Brandhaard

 

2120.    

Beef eind april.

R

3

Ril

 

2121.    

Hier is en keizer in het spel.

M

6

Mikado[25]

 

2122.    

De sluiting van een halssieraad.

K

11

Kettingslot

 

2123.    

Dit spelen parasieten op honden en katten.

V

11

Vlooienspel

 

2124.    

Deze vogel zit zo te horen in de raad van bestuur.

S

15

Secretarisvogel

 

2125.    

Geveld, gewezen en voltrokken.

V

6

Vonnis

 

2126.    

Bederft de smaak van het eten.

R

4

Roet

 

2127.    

Naaigerei van een vrouw in de bocht.

H

9

Haarspeld

 

2128.    

Het verzoek om onderdak.

A

5

Adres[26]

 

2129.    

Na een aanvaring zit men op rozen!

G

6

Geramd[27]

 

2130.    

Zij was het voor ze met pension ging.

S

6

Spionne

 

2131.    

Informatie-eenheid in de mond van een paard.

B

3

Bit

 

2132.    

Via deze loopplank kom je op het laatste ogenblik aan boord.

V

7

Valreep

 

2133.    

Deze speld is niet van hem.

H

9

Haarspeld

 

2134.    

Hij produceert kapotte stukken.

B

12

Brokkenmaker

 

2135.    

Deze commerciële organisatie is aan de drugs.

G

15

Gebruikersgroep

 

2136.    

Onder de ogen van vermoeide ambtenaren.

O

16

Overheidskringen

 

2137.    

Ergens anders gaan zitten aan het hof.

T

15

Troonswisseling

 

2138.    

Zakelijke neurose.

B

15

Bedrijvencomplex

 

2139.    

Opgroeiend meisje langs het water.

R

4

Riet

 

2140.    

In die richting is het akelig.

N

4

Naar

 

2141.    

Bij die rivier zit moeder weer aan de grond.

A

5

Amoer[28]

 

2142.    

Heel hard roepen dat het voorbij is.

O

14

Overschreeuwen

 

2143.    

Het zet zich strak in de dakconstructie.

S

5

Spant

 

2144.    

Er is genoeg reden om er niet aan te zitten.

G

5

Grond

 

2145.    

Een paardje krijgt de zenuwen van zo'n Engels kaartje.

T

6

Ticket[29]

 

2146.    

Haardracht waar vader verzot op is.

P

7

Pagekop[30]

 

2147.    

Met de nadruk op vastzitten.

K

4

Klem

 

2148.    

Onenigheid over een eindeloos rijgsnoer.

V

4

Vete

 

2149.    

Dit keukenkruid is weer stapel.

T

3

Tijm[31]

 

2150.    

Deze werklieden zijn niet graag moe.

L

3

Lui

 

2151.    

Hoeveelheid gas in een glas.

B

3

Bel

 

2152.    

Stap voor stap is het netjes.

G

6

Gepast

 

2153.    

Een koekje maar ook een babbelaar.

K

8

Kletskop

 

2154.    

Op de maag en op de hand.

Z

5

Zwaar

 

2155.    

Zitplaats voor een slechte muzikant.

P

9

Pianokruk[32]

 

2156.    

Hiermee spreek je iemand gedistingeerd aan.

V

8

Voornaam

 

2157.    

Een aantrekkelijke munt.

G

8

Geldstuk

 

2158.    

Ging je in dit straatje omhoog?

S

5

Steeg

 

2159.    

In driekwartsmaat plat maken.

W

6

Walsen

 

2160.    

Dat gebergte ligt niet in Nepal.

A

5

Alpen

 

2161.    

Daarvoor staat men in Sluis voor gek!

S

5

Schut[33]

 

2162.    

Eet spek!

K

4

Kaan[34]

 

2163.    

Voornaam genezen.

H

5

Helen

 

2164.    

Arbeidersuitschot.

W

8

Werktuig

 

2165.    

Een hele lange opsomming van vuile kleren.

W

7

Waslijst

 

2166.    

Die Moriaan zonder moeder blijft maar opscheppen.

 

N

5

Noria[35]

2167.    

Barbierstaf.

K

7

Kapstok

 

2168.    

Explosief vaartuig.

O

11

Opblaasboot

 

2169.    

Langs de deur gaan met mannen.

V

6

Venten

 

2170.    

Leven de leden van dit koninkrijk aan de rand.

N

9

Nederland

 

2171.    

Liefkozing zonder medeklinkers.

A

3

Aai

 

2172.    

Kasplantje.

M

4

Munt

 

2173.    

Dit koekje is alleen voor vrouwen.

D

12

Dameskransje

 

2174.    

Bezig in de horeca met opknappen.

R

15

Restauratiewerk

 

2175.    

Het zegt niets dat men er raar van opkijkt.

S

12

Stomverbaasd

 

2176.    

Soort gemengde neerslag.

G

5

Genre

 

2177.    

Aan die onzin kan men verslaafd raken.

S

4

Shit

 

2178.    

Laten zien dat ze klinken.

T

5

Tonen

 

2179.    

Ook omgekeerd staan ze er naast.

N

5

Neven

 

2180.    

Die geesten hebben het gezegd.

S

6

Spoken

 

2181.    

Kleine kinderen tegenover een griet.

G

6

Grutto[36]

 

2182.    

Reeds onbeschadigd in de ruimte.

H

6

Heelal

 

2183.    

Kom je omhoog met een takje?

R

5

Rijsje[37]

 

2184.    

Met een hoofddeksel in een bepaalde stemming.

G

7

Gemutst

 

2185.    

Denkbeelden van de vijand.

I

8

Invallen

 

2186.    

Dit dier is slim maar rommelig.

S

10

Sloddervos

 

2187.    

Hiermee vang je een rivier.

W

8

Waterval

 

2188.    

Voor een visser weer niet goed.

S

3

Sim[38]

 

2189.    

Duel voor paren.

T

9

Tweestrijd

 

2190.    

Is hij die verkeerd verkeert een geest?

S

10

Spookrijder

 

2191.    

Laten we tot slot Anna eruit werken!

O

8

Ontslaan[39]

 

2192.    

Ontsnappend darmgas van een Europeaan.

P

8

Poolwind

 

2193.    

De slaapplaats van een teler.

K

8

Kweekbed

 

2194.    

Paard met streken.

V

3

Vos

 

2195.    

Die gipssoort bestaat geheel uit omhulsel.

A

6

Albast

 

2196.    

Kraamcentrum.

M

5

Markt

 

2197.    

Geen goede naam voor een angsthaas.

K

4

Koen

 

2198.    

Die werkt aan de lopende band.

D

6

Dynamo

 

2199.    

Beest dat baalt.

S

5

Stier[40]

 

2200.    

Het opfleuren zit 'm in de envelop.

O

7

Opleven

 

2201.    

Van de kou keihard geworden.

V

9

Versteend

 

2202.    

Het eten fijn keren.

M

5

Malen

 

2203.    

Toeschouwer die zich verveelt bij de drogist.

G

5

Gaper[41]

 

2204.    

Hierin geschoten is men beledigd.

W

4

Wiek

 

2205.    

In de leer om te bewegen.

S

7

Sporten

 

2206.    

Neem me niet kwalijk, generaal!

P

6

Pardon[42]

 

2207.    

De groei is eruit in de keuken.

A

5

Afwas

 

2208.    

Eerste huis van een beer.

P

5

Panda

 

2209.    

Het paard van een vreemdeling.

M

4

Moor[43]

 

2210.    

Ge wordt afstammeling vanaf het moment dat ge er aan toegevoegd wordt.

T

4

Telg

 

 

2211.    

Dit explosief is van mij.

M

3

Mijn

 

2212.    

Raad eens lieveling.

S

5

Schat

 

2213.    

Niet door heen te komen koek.

T

8

Taaitaai[44]

 

2214.    

Een zuil in een krant.

K

5

Kolom

 

2215.    

Geluksdier.

Z

4

Zwijn

 

2216.    

Van achteren halzen ombrengen.

N

6

Nekken

 

2217.    

Zonder u is deze ruiter weg.

U

5

Ulaan[45]

 

2218.    

Tafel waar muziek in zit.

D

3

Dis[46]

 

2219.    

Regelmatig ter onderscheiding.

O

4

Orde

 

2220.    

Hij dronk met kleine teugjes op de kleine overwinning.

N

5

Nipte

 

2221.    

Hoofdbedekking van iemand die niet onschuldig is.

B

5

Boter[47]

 

2222.    

Kunstmatig grootgebracht.

O

8

Opgefokt

 

2223.    

Grappige steen.

M

3

Mop

 

2224.    

Ook hardgekookt blijft het een softie.

E

5

Eitje

 

2225.    

Vurige tengels.

F

6

Fikken

 

2226.    

Tegenpool van een nachtzwaluw.

D

6

Daguil

 

2227.    

Ordinaire aanduiding van de koningin.

B

5

Bijwijf

 

2228.    

Een muzikaal hemellichaam.

P

7

Popster

 

2229.    

Een zeer belangrijk automonteur.

S

13

Sleutelfiguur

 

2230.    

Groeien in de badkamer.

W

6

Wassen

 

2231.    

Een vaartuig met begaafden aan boord.

T

13

Talentenjacht

 

2232.    

Uitpluizen om te spelen.

V

7

Vlooien

 

2233.    

H-a-l-m-a  en  d-o-m-i-n-o.

S

7

Spellen

 

2234.    

De wapens van dansende Europeanen.

R

8

Rapieren[48]

 

2235.    

Zet er vaart achter voor pelgrims!

B

4

Bede

 

2236.    

Zelfs geen "piep" te horen.

M

8

Muisstil

 

2237.    

In relatie tot muziek.

B

4

Band

 

2238.    

Hierop bijt de duivel als hij honger heeft.

H

6

Houtje[49]

 

2239.    

Vechten aan de bridgetafel.

R

9

Robbertje[50]

 

2240.    

Deze Jan was er zonder.

V

5

Vrees

 

2241.    

Uiteraard is het biologisch.

N

9

Natuurlijk

 

2242.    

Deze neerslag is schadelijk voor wollen kleding.

M

8

Motregen

 

2243.    

Positief ingestelde Europeaan.

P

8

Pluspool

 

2244.    

Van dat achterstuk heb je geen profijt.

N

6

Nadeel

 

2245.    

De vrucht van Karel.

A

5

Appel[51]

 

2246.    

Wordt aangeslagen op proef.

T

5

Toets

 

2247.    

Neerslag na een mop.

L

7

Lachbui

 

2248.    

Er zit een luchtje aan een ronde toegang.

O

5

Odeur

 

2249.    

Op weg gaan zal niet meer gaan.

B

7

Begeven

 

2250.    

Sporters werken hiermee in groep op het veld.

P

5

Ploeg

 

2251.    

Dit muziekteken opent deuren.

S

7

Sleutel

 

2252.    

Een bezig klokje.

U

7

Uurwerk

 

2253.    

Brieven aan het kabinet.

M

12

Ministerpost

 

2254.    

Dit kledingstuk is een bindmiddel.

R

4

Riem

 

2255.    

Verkeerde lof geeft narigheid.

M

6

Misere[52]

 

2256.    

Been van een vis.

B

3

Bot

 

2257.    

Bij herhaling zit er muziek in.

B

3

Bis[53]

 

2258.    

Een compliment voor deze vogels.

P

8

Pluimvee

 

2259.    

Duivelse houtjes.

L

8

Lucifers

 

2260.    

Toon moeder dat dit dier geen schaap, maar ook geen kameel is.

L

4

Lama

2261.    

De grootste vijand van de vorst.

D

4

Dooi

 

2262.    

In de regel met vis heel gewoon.

N

4

Norm

 

2263.    

Als middenstander is hij klaar.

A

8

Afslager[54]

 

2264.    

Wordt (mee) gespeeld.

P

3

Pop

 

2265.    

Geluid dat men hoort aan boord.

R

4

Roef[55]

 

2266.    

Deze draaikolk heeft de molenaar nodig om meel te maken.

M

10

Maalstroom

 

2267.    

Een smerig gat voor bv. Grizzly

B

7

Beerput

 

2268.    

Een computersnack.

C

5

Chips

 

2269.    

Hard botspel.

B

8

Bikkelen

 

2270.    

Stomdronken melaatse.

L

7

Lazarus

 

2271.    

Heeft gras geen licht nodig?

G

5

Gazon

 

2272.    

Hoofdactiviteit van een wielrenner.

K

7

Kopwerk

 

2273.    

In theorie om te klimmen.

L

4

Leer

 

2274.    

Het meest lege deel van de nacht.

H

5

Holst

 

2275.    

Om te maaien en verderf te zaaien.

Z

4

Zeis

 

2276.    

Door rebellie gaat de stuurinrichting omhoog.

O

6

Oproer

 

2277.    

Hij laat zijn klussen niet door een ander doen.

D

3-3-6

Doe het zelver

 

2278.    

Grappen uit de ton halen.

M

12

Moppentappen

 

2279.    

In deze Afrikaanse stad krijg je korting.

R

5

Rabat

 

2280.    

Aan die huid is weer niets te zien.

S

4

Skin[56]

 

2281.    

Dit vuur houdt de boel in de gaten.

W

8

Waakvlam

 

2282.    

Dit spook loopt niet zomaar naar binnen.

 

K

9

Klopgeest

 

2283.    

Bergmeubel aan de galg.

H

8

Hangkast

 

2284.    

Een smerige boel als dierenverblijf.

Z

10

Zwijnenstal

 

2285.    

Een wielrijdende kikker op de weg.

F

8

Fietspad

 

2286.    

Zo op het oog een bloem van een meisje.

I

4

Iris

 

2287.    

Beeld en geluid in het ziekenhuis.

O

6

Opname

 

2288.    

Hieronder komt het op de veiling.

H

5

Hamer

 

2289.    

Wedstrijd voor kippen.

R

3

Ren

 

2290.    

Plukt haar.

L

4

Lokt

 

2291.    

Een meningsverschil is zo slecht nog niet.

O

5

Onmin

 

2292.    

Een afscheidsmaaltijd

D

7

Dagmenu

 

2293.    

Een klap van de leraar in het zwembad.

S

10

Schoolslag

 

2294.    

Deze voorspellende mededeling komt steeds opnieuw.

W

11

Weerbericht

 

2295.    

Na zo'n verwensing komt het tot een breuk.

B

5

Barst

 

2296.    

De goede is niet goedkoop.

R

4

Raad[57]

 

2297.    

De godin haalt de maat uit de veestal.

V

5

Vesta[58]

 

2298.    

Schrijfgerei in het klooster.

S

5

Stift[59]

 

2299.    

Op welke plaats is het reeds goed?

A

6

Alwaar

 

2300.    

Deed de gracht dicht.

S

5

Sloot

 

2301.    

Het vreemde liefje steekt ermee.

A

5

Angel

 

2302.    

Grote hoeveelheid afkomstig van een bokser.

S

5

Stoot[60]

 

2303.    

Dit brood is niet illegaal.

 

W

3

Wit

2304.    

Voetbalploeg in de olie.

E

3

Elf

 

2305.    

Een koninklijk juweel.

K

13

Kroonsteentje

 

2306.    

Rustig prijzen in model brengen.

S

8

Stileren[61]

 

2307.    

Een blinde infiltrant.

M

3

Mol

 

2308.    

Hier woont de uurwerkmaker.

K

8

Klokhuis

 

2309.    

Met deze stok bepaal je de norm.

M

8

Maatstaf.

 

2310.    

Zeer warm bij snik of stik.

H

4

Heet

 

2311.    

Tapt geld om te drinken.

P

4

Pint[62]

 

2312.    

Nee, ze zit niet in een Frans klooster.

N

3

Non

 

2313.    

Hij praat nogal hard.

L

11

Luidspreker

 

2314.    

Dit paardenverblijf loopt hard.

R

7

Renstal

 

2315.    

De kleur van rumoerige kippen.

K

9

Kakelbont

 

2316.    

Een zwemvogel met de kracht van 2 paarden.

E

4

Eend

 

2317.    

Deze dame brengt geluk.

V

6-7

Vrouwe Fortuna

 

2318.    

Binnenkort is er haast bij.

S

7

Spoedig

 

2319.    

Hond met bijpassend short.

B

5

Boxer

 

2320.    

Mini beesten die goed opbrengen.

R

8

Renderen

 

2321.    

Dat beest laat over zich lopen.

Z

5

Zebra

 

2322.    

Dat beest laat over zich lopen.

P

4

Pier

 

2323.    

Het verslavende middel wordt hier bewaard.

D

5

Depot

 

2324.    

Onthoudt zich zeker.

V

4

Vast

 

2325.    

Niet helemaal een Europeaan die de tijd heeft.

K

8

Kwartier

 

2326.    

Nog een hele klus om te breien!

T

4

Toer

 

2327.    

Die voetballer gaat over lijken.

A

7

Afmaker

 

2328.    

Dit weer is van Hector en Bobby.

H

10

Hondenweer

 

2329.    

Bezorg mij deze vleeswaar.

L

10

Leverworst

 

2330.    

Verstaanbaar naar buiten brengen.

U

9

Uitleggen

 

2331.    

Een kwart van tweeslachtig.

H

12

Halfslachtig

 

2332.    

Zat in de leer.

L

6

Ladder

 

2333.    

Lief en kattig tegelijk.

P

4

Poes

 

2334.    

Toon het meisje een netvlies!

R

6

Retina

 

2335.    

Ton om aan te pakken.

V

3

Vat

 

2336.    

Dit is een kaartspel voor Amor

H

11

Hartenjagen

 

2337.    

Een drankje voor brandweerlieden.

S

10

Spuitwater

 

2338.    

Met dit speelgoed kun je je belasting betalen.

T

3

Tol

 

2339.    

Daar kan men op teren.

R

5

Rente

 

2340.    

Doven die fuiven.

U

7

Uitgaan

 

2341.    

Die Belgische plaats heeft aan één aanduiding niet genoeg.

N

5

Namen

 

2342.    

Periode om sentimenteel van te worden.

W

4

Week

 

2343.    

Voor pluimvee, rundvee en helemaal voor coureurs.

R

7

Renstal

 

2344.    

De rang van een blaasinstrument.

K

6

Kornet[63]

 

2345.    

Die wijzer heeft maar één oog.

N

5

Naald[64]

 

2346.    

Twee puntjes voor een ambtenaar zonder baan.

T

5

Trema[65]

 

2347.    

Dit vogeltje is een drinkebroertje.

P

12

Pimpelmeesje

 

2348.    

Kleine kinderen maken pijpen schoon.

P

7

Peuters[66]

 

2349.    

Hieruit en uit het hart.

O

3

Oog

 

2350.    

Is de inwoner van deze Belgische plaats een vechter?

K

7

Knokker

 

2351.    

De capaciteit van kapitaal.

V

8

Vermogen

 

2352.    

Veilig opgeborgen.

S

4

Safe

 

2353.    

Zo recent dat het schittert.

F

11

Fonkelnieuw

 

2354.    

Krijg hem niet toegespeeld, die kindervriend!

Z

6-4

Zwarte Piet

 

2355.    

Vreemd van beide kanten.

R

4

Raar

 

2356.    

Het meisje van de tombola.

L

5

Lotje

 

2357.    

Die bezorgt ons melk, toch is het een klier!

U

4

Uier

 

2358.    

De opper is er stapel van geworden.

H

4

Hooi

 

2359.    

Gevleugeld meisje.

G

5

Griet

 

2360.    

Met vingers geluk wensen.

D

6

Duimen

 

2361.    

Veel meel is poëtisch.

B

8

Bloemrijk

 

2362.    

Vrouwen die niet van een vrucht houden.

B

6

Bakers[67]

 

2363.    

Hier is een Volkswagen in het spel.

P

4

Polo

 

2364.    

De eenheid zit in de immuniteit.

U

4

Unit

 

2365.    

Voornaam gewicht.

T

3

Ton

 

2366.    

Draai het nest van de konijnen!

W

6

Wentel[68]

 

2367.    

Deels een maat van een vogel.

K

7

Kwartel[69]

 

2368.    

Helde voorover door de poort.

B

4

Boog

 

2369.    

Dier met een wapen.

S

5

Sabel[70]

 

2370.    

De afdruk van een werkloze.

S

7

Stempel

 

2371.    

Gezongen kleur.

K

6

Koraal[71]

 

2372.    

Neem een deel van de wagen aan.

O

9

Onderstel

 

2373.    

Bolleboos zonder vaste verblijfplaats?

Z

8

Zwerfkei

 

2374.    

Dit dier is niet van ons.

H

3

Hen

 

2375.    

Vrouw die uit bad komt.

S

6

Schone

 

2376.    

Hier komt een sportman aan zijn eind.

F

6

Finish

 

2377.    

Wandelplaats voor een optocht.

C

5

Corso[72]

 

2378.    

Kleding in de gracht.

V

4

Vest[73]

 

2379.    

Grillen om er vanaf te komen.

K

5

Kuren

 

2380.    

Peilen naar iemands gewrichten.

P

6

Polsen

 

2381.    

Rekbaar begrip.

E

8

Elastiek

 

2382.    

Positieve rand van een onderdaan.

A

5

Anode[74]

 

2383.    

Gewicht om te halen.

G

4

Gram[75]

 

2384.    

Draagt dezelfde kap als zijns gelijke.

M

6

Monnik[76]

 

2385.    

Hierin zit een depressieve grizzly

B

7

Beerput

 

2386.    

Een toffe steen.

K

3

Kei

 

2387.    

Lichaamsoefeningen op de hoogste tree.

T

8

Topsport

 

2388.    

Menselijke gestalte in de grammatica.

P

12

Persoonsvorm

 

2389.    

Geen verliesgevend voertuig.

Z

7

Zegekar

 

2390.    

De hond van Adam.

P

6

Poedel

 

2391.    

Het product van een stuurse kip.

R

6

Roerei

 

2392.    

Voor een paard komt het bitter omhoog.

G

5

Galop

 

2393.    

Op die manier niet veel, al scheelt het niet veel.

Z

5

Zowat

 

2394.    

De kleding van een vrouw?

H

7

Haardos

 

2395.    

Tijd voor een groet.

D

3

Dag

 

2396.    

Ginds is een insect!

D

6

Daarbij

 

2397.    

Bestand van een rij voertuigen.

F

4

File[77]

 

2398.    

Nodig op de plank.

B

5

Brood

 

2399.    

Vartuig dat aan de grond zit.

B

5

Bodem

 

2400.    

Ruik dat werktuig.

R

4

Riek

 

2401.    

Wordt gegeven door een vijand van LPG.

T

8

Tegengas

 

2402.    

Een troostprijs voor honden.

P

10

Poedelprijs[78]

 

2403.    

Niet bepaald een origineel geluid.

E

4

Echo

 

2404.    

Zij wordt veroverd door een killer.

L

4

Lady

 

2405.    

Een verwarde eiser is belachelijk.

R

5

Risee[79]

 

2406.    

Blijft hij ook niet op de been?

M

9

Meevaller

 

2407.    

Schaakstuk van een baanbreker zonder Europeaan.

P

4

Pion

 

2408.    

Wortel met het ego van een insect.

M

6

Mierik[80]

 

2409.    

Hout van een vroegere rubberboom.

L

5

Latex

 

2410.    

Deze beestjes doen wat ze zijn.

V

7

Vliegen

 

2411.    

Schrijf in voor de bibliotheek!

B

4

Boek

 

2412.    

Pluimveehouder?

R

5

Roest

 

2413.    

Die vogel is 't einde achteraan de slee.

A

5

Arend

 

2414.    

Drietal aan de buis.

T

6

Triode

 

2415.    

Aan het lijf van mensen die weinig hebben.

A

5

Armen

 

2416.    

Staat voor de boom in Frankrijk.

L

6

Landes

 

2417.    

Vers van het kasteel?

S

7

Slotrijm

 

2418.    

Ik loop vast naar de zee!.

S

6

Strand

 

2419.    

Colleges die het ook niet zeker weten.

R

5

Raden

 

2420.    

Op deze tijdsruimte tevoorschijn komen.

O

7

Opdagen

 

2421.    

Komt naar ons toe in adamskostuum.

N

5

Naakt[81]

 

2422.    

Sappige verlichting.

P

4

Peer

 

2423.    

Haak van een Engelse geliefde.

A

5

Angel

 

2424.    

Doet stof opwaaien.

Z

6

Zefier[82]

 

2425.    

Dienstverlater die zijn doel mist.

A

9

Afzwaaier

 

2426.    

Slaapplaats van Engelsen.

B

5

Brits

 

2427.    

Dat dier heeft het niet breed, hoor maar!

K

4

Krab

 

2428.    

Vrolijkheid hoort erbij, maar wie zal het betalen?

G

5

Gelag

 

2429.    

Aangedaan, niet stilgestaan.

B

7

Bewogen

 

2430.    

Deze dieren doen ook wat ze zijn.

IJ

7

IJsberen

 

2431.    

Daar in Italië is het Romeinse Rijk klein.

R

6

Rimini[83]

 

2432.    

De krijgsmacht wordt uitgedund.

L

5

Leger

 

2433.    

Smeekte vermoeid op de vloer van de douche.

B

6

Badmat

 

2434.    

Frans is klaar voor de lol.

P

4

Pret

 

2435.    

Sla geld uit deze plant!

M

4

Munt

 

2436.    

De schaal van een hoed.

D

3

Dop[84]

 

2437.    

Voor een surfer die gas geeft.

P

5

Plank

 

2438.    

Kerel die een breuk oploopt.

K

7

Knakker

 

2439.    

Geen vrolijke stad.

T

6

Triëst

 

2440.    

Deze geliefde moet geblust worden.

V

4

Vlam

 

2441.    

Dat dier is net zo slaperig als een os.

M

6

Marmot

 

2442.    

Hout hoort hier niet!

S

8

Stokdoof

 

2443.    

Het werk van een typiste is gek.

G

6

Getikt

 

2444.    

Vuurwerk om van te schrikken.

R

5

Rotje[85]

 

2445.    

Glazige plant.

R

4

Ruit[86]

 

2446.    

Tochtige reisweg.

T

9

Trekroute

 

2447.    

Hierin komt het in gebruik.

Z

5

Zwang

 

2448.    

Namelijk een gezworen stof.

T

5

Tweed[87]

 

2449.    

De inzittenden zijn niet vrolijk.

P

3

Put

 

2450.    

Vensters begroten.

R

5

Ramen

 

2451.    

Zijn modellen waren niet mager.

R

6

Rubens

 

2452.    

Broedplaats van een vervelend meisje.

N

4

Nest

 

2453.    

Slee van naam.

B

3

Bob

 

2454.    

Die aansporing klinkt goddelijk.

A

4

Alla

 

2455.    

Het schoeisel van een dier.

M

4

Muil

 

2456.    

Hij heeft behoefte aan eindeloze lichaamsdelen.

A

4

Arme

 

2457.    

Familie van een windhond?

S

8

Stormram

 

2458.    

Deze trap is een stimulans.

K

4

Kick

 

2459.    

Het kindje van de telefoon.

B

8

Babyfoon

 

2460.    

Hij liefkoosde in alle peis.

V

4

Vree

 

2461.    

Dat schaap heeft er slag van.

R

3

Ram

 

2462.    

Drank om te snuiven.

C

4

Coke

 

2463.    

Bedwelmd wordt een groet hoorbaar.

H

4

High

 

2464.    

Dit knaagdier steelt van de gasten.

H

8

Hotelrat

 

2465.    

Doe je kleren uit om te lezen!

S

5

Strip

 

2466.    

Dit onkruid is verwant aan steenvaren.

M

4

Muur

 

2467.    

Plaats om erachter te zetten.

P

4

Punt

 

2468.    

Afval van eten.

B

3

Bik[88]

 

2469.    

Bevestigt een boom met een ontkenning.

N

6

Nietes

 

2470.    

Neem het koppel aan.

S

4

Stel

 

2471.    

Zuiver waswater.

O

8

Onschuld

 

2472.    

Stof voor het gewicht van een dier.

M

6

Molton[89]

 

2473.    

De gehele wereldbevolking is in wezen niet slim.

M

7

Mensdom

 

2474.    

Men heeft er genoeg van gerookt.

T

5

Tabak

 

2475.    

Klein voorzetsel voor een wandeling.

O

7

Ommetje

 

2476.    

Brildrager?

C

9

Closetpot

 

2477.    

In aanwezigheid van een insect wezen.

B

5

Bijzijn

 

2478.    

Deze lichaamsdelen doden.

K

5

Kelen

 

2479.    

Boem, en de ketel wordt verweten.

K

7

Knalpot

 

2480.    

Meetkundige figuren opleiden.

V

6

Vormen

 

2481.    

Keur die schoorsteen.

S

6

Schouw

 

2482.    

Chinese vrucht?

M

8

Mandarijn

 

2483.    

Dit houvast is bijna een ziekte.

G

4

Grip

 

2484.    

Deze diensten ontbreken.

M

6

Missen

 

2485.    

Aan de hand van een vaartuig.

P

4

Pink[90]

 

2486.    

Examen voor balletjes.

P

7

Propjes[91]

 

2487.    

Tijdschrift in de boom.

B

4

Blad

 

2488.    

Ontvoer een vrouw voor de koning mat staat!

S

6

Schaak

 

2489.    

Heeft een band met een stel.

K

6

Koppel

 

2490.    

Als nonkel achter 'r staat, dan is boter in de maak.

R

4

Room

 

2491.    

Blazen van glazen.

B

6

Bellen

 

2492.    

Deze opslagplaats voor vloeistoffen gebruikt zijn hersenen.

D

8

Denktank

 

2493.    

Neerslag uit een geweer.

H

5

Hagel

 

2494.    

Een gesprek van minder dan 100 gram.

O

10

Onderonsje

 

2495.    

Op het hoofd en op de kust.

K

5

Kaper

 

2496.    

Dit orgaan is eigenlijk vervelend.

K

5

Klier

 

2497.    

Deze schildwacht is een contradictie.

V

8

Voorpost[92]

 

2498.    

Deze poëzieverzameling is gesloten.

D

11

Dichtbundel

 

2499.    

Gelauwerde vogel.

K

8

Kransuil

 

2500.    

Je geld leeft als het hierop rust.

B

4

Bank

 

 



[1] Kool: Gez. groeien als kool.

[2] Mul = vis gelijkend op de baars. Mul = fijn poeder, fijn zand. Zandspiering = een soort van smelt ( kleine weekvinnige vis die veel langs onze kust voorkomt.)

[3] Brandstof: hens = Gez. in de hens staan : in brand.

[4] Trojka = (Russ.) licht rijtuig met driespan, waarbij het middelste paard onder een hoge beugel draaft.

[5] Krukken : kruk = stoel zonder leuning, taboeret. Krukker = hij die krukt; sukkelaar.

[6] Tapuit = geslacht van zangvogels.

[7] Coco = 1. cocaïne. 2. (Zuidn) : papegaai

[8] Manga = Mango = Indische appelachtige vrucht, met stevig oranjerood vruchtvlees dat naar wortelen smaakt.
Manga = man – ga.

[9] Tetteren = 1. muziek maken op blaasinstrumenten. 2. drinken ( t.w. sterkedrank)

[10] Stouwen = 1. bergen (inz. zeewezen: een lading in een schip zodanig bergen dat ze vast ligt en goed verdeeld is. 2. (scherts.) veel eten en drinken.

[11] Kattebelletjes = klein, haastig neergekrabbeld, niet vormelijk briefje.

[12] Lekker = Le – kk – er.

[13] Werda = wie is daar, roep van een op post staande schildwacht tot een naderend hem onbekend persoon.

[14] Angst = hier bedoeld: hinderlijk gevoel waarbij men bang is iemand niet welgevallig te zijn.

[15] Gedaan = Beurstaal: ter aanduiding dat bij een gegeven koers alle transacties die uitgevoerd konden worden tot stand zijn gekomen.

[16] Draak = in de zeilsport : klein zeilschip voor wedstrijden, 8,90 m lang, 21,90 m2 zeiloppervlak.

[17] Afnokken = na het werk naar huis gaan, aftrekken.

[18] Letteren = 1. letterkunde, literatuur. 2. met een of meer letters merken.

[19] Span = 1. oude lengtemaat , 2dm. 2. paar, stel.

[20] Allee = 1. aansporing. 2. laan, wandelweg tussen twee rijen bomen.

[21] Aorta: " portaal – LP = ortaa; er vloeit bloed " ortaa geeft 'aorta'.

[22] Kano = 1. oorspr. indiaans bootje uit een uitgeholde boomstam. 2. gebakje in de vorm van een kano.

[23] Kwal = 1. klok - of paddestoelvormig week neteldier. 2. fig. nare vent.

[24] Argus: in de Griekse mythe een reus met honderd ogen.

[25] Mikado = ( Japans; lett.: 'verheven poort', d.w.z.paleispoort)  paleis, keizerlijk huis, keizer. In het buitenland werd de Japanse keizer eeuwenlang met deze term aangeduid. Mikado is ook de naam van een geduld en – behendigheidsspel knibbelen.

[26] Adres = 1. straat en plaats waar iemand woont. 2. verzoekschrift, verklaring gericht tot bestuurslichamen.

[27] Geramd: geramd zitten = in een gunstige positie verkeren.

[28] Amoer = rivier in Oost – Azië. De Amoer vormt tot  Chabarovsk de grens tussen de Russische Federatie en China. Is van mei tot november ijsvrij. Amoer = Am – oer; Am " ma. oer = ijzerhoudende grond.

[29] Ticket = toegangsbewijs. Ticket = Tic – ket. Tic = zenuwtrekking. Ket = klein soort paard.

[30] Pagekop: zie 1789. Pagekop = Pa – gek – op.

[31] Tijm: Stapel = mijt    (weer) " tijm " keukenkruid.

[32] Pianokruk: kruk = (hier) knoeier, iemand die niet bedreven is in enige kunst of een bep. vak. Hij is een kruk.

[33] Schut = 1. schot, stuw, dam.  2.  voor schut staan = zich aan bespotting blootstellen.

[34] Kaan =1. ww. kanen = gemeenz. eten.  2. kaan = uitgebakken stukje spek.

[35] Noria = bevloeiingswerktuig bestaande uit een ketting zonder eind, waaraan emmers die beneden gevuld en boven uitgestort worden. Moriaan = neger. Moriaan – ma = orian " noria.

[36] Grutto = grut + t.o.; grut = kleine kinderen; griet = grutto (steltloper).

[37] Rijs = dun takje. Jong rijs kan men buigen, oude bomen niet. Kinderen kan men leiden, ouderen niet meer.

[38] Sim = hengelsnoer. 'weer niet goed' " mis " sim.

[39] Ontslaan " slot + anna = ontslaan.

[40] Stier: balen als en stier. Balen = zich lusteloos voelen, nergens zin in hebben.

[41] Gaper = houten kop met gapende mond, uithangteken bij de drogist.

[42] Pardon : algemeen: generaal pardon.

[43] Moor = 1. oorspr. bewoner van Mauretanië, vervolgens in 't alg. zwarte, neger. 2. zwart paard

[44] Taaitaai = taaie koek, bereid uit roggemeel en stroop.

[45] Ulaan = benaming voor een soort cavaleristen in de vroegere Duitse, Oostenrijk – Hongaarse en Russische legers.

[46] Dis = de een halve verhoogde toon d.

[47] Boter = boter op het hoofd hebben = anderen van iets beschuldigen waar men zichzelf ook schuldig aan maakt.

[48] Rapieren = 1. Rap + ieren; rap = muziekgenre waarbij men ritmisch praat op de maat van (pop)muziek. 2. rapier = lange degen.

[49] Houtje:  op een houtje bijten = weinig of niets te eten hebben. Houtje" Lucifer.

[50] Robbertje = 1. bridge: twee door dezelfde partij gewonnen manches. 2. Een robbertje vechten = een partijtje vechten

[51] Appel Karel: Nederlands beeldend kunstenaar (1921)

[52] Misere: mis + ere.

[53] Bis = 1. tweemaal, tweede exemplaar. 2. muz. noot die een halve toon hoger is dan de b.

[54] Afslager = iemand die bij veilingen de afslag regelt.

[55] Roef = 1. kleine kajuit. 2. nabootsing van een dof, snel voorbijgaand geluid.

[56] Skin = huid. Niets = niks; 'weer niks' " skin.

[57] Raad: goede raad was duur = niemand wist wat te doen.

[58] Vesta = Romeinse godin van het vuur en de huiselijke haard. Veestal = vesta + el.

[59] Stift = 1.sticht = klooster, bisdom. 2. metalen of houten pin, potloodstift, viltstift.

[60] Stoot = grote hoeveelheid; een hele stoot geld.

[61] Stileren = in stijlvorm brengen; fig.: in zuivere vorm brengen. Stileren = stil + eren.

[62] Pint: ww. pinnen = betalen of geld opnemen met de pinpas.

[63] Kornet = 1. aspirant - officier bij de bereden wapens, vaandrig. 2. kromme hoorn.

[64] Naald: in de betekenis van: wijzer van een kompas.

[65] Trema: ambtenaar " verwijder de letters b,a,a,n; blijft over a,m,t,e,r. " trema (Twee puntjes)

[66] Peuter = 1. klein kind van 2 tot 4 jaar. 2. puntig voorwerp waarmee een tabakspijp wordt gereinigd.

[67] Baker = vroeger kraamverpleegster.

[68] Wentel = nest van wilde konijnen.

[69] Kwartel = soort patrijs. Kwartel = kwart + el.

[70] Sabel = een marterachtig zoogdier uit Azië.

[71] Koraal = 1. RK gregoriaans liturgisch gezang. 2. rode kleur als van koraal (= skelet van koraaldiertjes, inz. die uit kalk bestaan en die bijna alle behoren tot de kolonievormende bloempoliepen.

[72] Corso = 1. wandelweg; hoofdstraat. 2. optocht van versierde wagens, inz. bloemencorso.

[73] Vest = 1. kledingstuk. 2. gracht.

[74] Anode = positieve elektrode. Onderdaan – rand " ondea " anode.

[75] Gram: uitdr.: zijn gram halen = woede koelen.

[76] Monnik: uitdr. : gelijke monniken, gelijke kappen = mensen van dezelfde soort hebben dezelfde eigenschappen, of allen die in dezelfde positie verkeren hebben dezelfde rechten

[77] File = computerbestand.

[78] Poedelprijs = troostprijs voor degene die onderaan de ranglijst is geëindigd

[79] Risee = persoon of zaak om welke algemeen gelachen wordt, voorwerp van spot.

[80] Mierik = soort lepelblad, waarvan de wortel als kruid wordt gebruikt.

[81] Naakt: ww. naken = naderen.

[82] Zefier = 1. koele zachte westenwind. 2. dunne katoenen stof.

[83] Rimini = R.I (Romanum Imperium) + mini.

[84] Dop = 1. leeg, min of meer rond omhulsel van bv. een ei of noot. 2. gemeenz. hoed; een aardig dopje

[85] Rotje = stuk vuurwerk dat een luide knal geeft. Uitdr.: zich rot schrikken.

[86] Ruit = ranonkelachtige plant.

[87] Tweed = een soort diagonaal geribde kostuumstof, geweven uit wol van twee of meer kleuren. Tweed = t.w. + eed . (t.w. = te weten)

[88] Bik = 1. fijngestampt steenafval. 2. gemeenz. eten; de bik is er goed.

[89] Molton = zachte, dikke wollen, halfwollen of katoenen stof, in effen of keperbinding.

[90] Pink = vissersvaartuig met platte kiel en één mast.

[91] Propjes = stud: propedeutisch (voorbereidend) examen: zijn propjes doen.

[92] Voorpost = naar voren geplaatste wacht. De contradictie zit in 'voor' en 'post'. 'Post' = (lat.) = na.