Om een woord te zoeken: druk Ctrl+F


CTRL + klik  of dubbelklik (in de 5de kolom ) om de oplossing zichtbaar te maken.

 

1001.                 

Zo flink als een hijswerktuig.

K

6

Kranig

 

1002.                 

Zij wordt kleiner aan boord.

 

K

6

Kantje[1]

1003.                 

Een dorstige dag.

P

10

Palmzondag

 

1004.                 

Dat muziekinstrument is tegen het andere.

C

9

Contrabas

 

1005.                 

Dit gebouw, een hemelse illusie.

 

L

12

Luchtkasteel

 

1006.                 

Voortdurend in die auto, dan ben je in die stad.

 

C

14

Constantinopel

1007.                 

Een fruitig meisje.

C

10

Clémentine

 

1008.                 

De rivier oliet dat dorp.

S

9

Smeermaas

 

1009.                 

Ik heb graag veel bezittingen, maar niet dichtbij.

V

8

Vermogen

 

1010.                 

Deze plaats staat ook in de Atlas.

A

5

Aalst

 

1011.                 

Haar gesloten hoofddeksel.

T

6

Toepet

 

1012.                 

Maakt lekker eten, die (zwem)vogel.

K

8

Kokmeeuw

 

1013.                 

Hoofdverlichting.

K

7

Koplamp

 

1014.                 

Een etmaal lang illusies maken.

D

9

Dagdromen

 

1015.                 

Bij deze dans wordt drank niet op prijs gesteld.

R

5

Rumba

 

1016.                 

Zakt niet aan tafel.

R

4

Rijst

 

1017.                 

Eentonige vogel.

D

4

Dodo

 

1018.                 

Buitenaardse troepenbeweging.

O

6

Opmars

 

1019.                 

Het heilige dier lijdt aan bewegingsarmoede.

S

5

Stram

 

1020.                 

Door deze plaats loopt er niet één, maar drie

kanalen.

 

L

7

Lanaken

 

1021.                 

In de winter een klusje van niks.

K

4-6

Koud kunstje

 

1022.                 

Een klein beetje slaag.

T

5

Tikje

 

1023.                 

Deze steen legt een zware last op iemand.

M

10

Molensteen

 

1024.                 

Met dit insect kun je rijden.

K

5

Kever

 

1025.                 

Deze koetsier geeft zijn paarden te eten.

V

7

Voerman

 

1026.                 

Dit sterke laxeermiddel is een mirakel.

W

10

Wonderolie

 

1027.                 

Deze Duitse stad bestaat uit letters.

E

5

Essen

 

1028.                 

Stuk fruit in de kijker is je genegen.

O

8

Oogappel

 

1029.                 

Muzikale stad.

L

4

Lier

 

1030.                 

Vader voor de waskoek is klaar.

P

6

Paraat

 

1031.                 

Adellijke boerderij.

K

10

Kasteelhof(hoeve)

 

1032.                 

Dat toestel is een hardprater.

L

11

Luidspreker

 

1033.                 

Bloem op hoofd.

 

R

4

Roos

1034.                 

Dat is een waarnemer op grote afstand.

V

8

Verziend

 

1035.                 

Meteen is het vlak.

G

5

Gelijk

 

1036.                 

Ladder om in een museum te klimmen?

K

9

Kunstleer

 

1037.                 

Niet aan deze kant kijken!

Z

1-1-1

Z.O.Z.

1038.                 

Ongerustheid die niet voorkomt?

N

6

Nazorg

 

1039.                 

Hieruit at men in Berlijn.

M

4-2

Muur  (De)

 

1040.                 

Bij de militairen gaan ze ook het paard eren bij hun troepenschouwing.

P

9

Paraderen

 

 

1041.                 

De nadruk ligt op de uitspraak.

A

6

Accent

 

1042.                 

Het gaat niet over het verre verleden.

O

7

Onlangs

 

1043.                 

Voedsel van een vogel met geld.

 

M

5

Müsli[2]

1044.                 

Het gevolg van zaaien.

O

7

Oogsten

 

1045.                 

Het liefst zou men ermee op de vlucht gaan.

S

9

Schatkist

 

1046.                 

Zo zeldzaam dat het leuk wordt.

E

4

Enig

 

1047.                 

Vliegende olifant.

J

5

Jumbo

 

1048.                 

Vangt insecten met effect.

S

4

Spin

 

1049.                 

Drankgelegenheid aan stuk boom.

S

8

Stamcafé

 

1050.                 

Op dit eiland antwoord men pa altijd bevestigend.

J

4

Java

 

1051.                 

Het gevolg van relaxen.

R

5

Roest

 

1052.                 

Het is net voornaam.

 

K

3

Kor[3]

1053.                 

Dik hoofd.

B

3

Bol

 

1054.                 

Slechte grond?

L

8

Laagveen

 

1055.                 

Rustig onder controle.

B

8

Beheerst

 

1056.                 

Deze monsters zijn nog te harden.

S

6

Stalen

 

1057.                 

Verliest haar glas.

R

4

Ruit[4]

 

1058.                 

Grote wagen zonder wielen.

S

4

Slee

 

1059.                 

Toewijding leidt tot capitulatie.

O

8

Overgave

 

1060.                 

Met een maat eraf is men in deze plaats miljonair.

R

5

Rijkel

 

1061.                 

Product van een sullige kip.

E

5

Eitje

 

1062.                 

Baai?

W

9

Waterstof[5]

 

1063.                 

Santé, horen wij aan de deuren.

K

7

Klinken

 

1064.                 

Die hoen is een deugniet.

K

6

Kapoen[6]

 

1065.                 

Een plantendeel in de wiskunde.

W

6

Wortel

 

1066.                 

Zuid-Europese pittigheid.

S

7-6

Spaanse pepers

 

1067.                 

In deze kast kun je geluid opbergen.

K

 9

Klankkast

 

1068.                 

Deze vogelkijker doet pijn aan je voeten.

E

9

Eksteroog

 

1069.                 

Dat beest heeft pech gehad.

S

8

Stropdas

 

1070.                 

Het is een stad, daar achter de olm.

I

5

Ieper

 

1071.                 

Geen rustige dieren.

W

4

Wild

 

1072.                 

De ventilator van een opschepper.

W

9

Windmaker

 

1073.                 

Passend aangetrokken.

S

6

Schoen

 

1074.                 

Vluchtige kleding?

IJ

6

IJlgoed

 

1075.                 

Deze Française wordt je noodlottig.

F

5-6

Femme Fatale

 

1076.                 

Verkeerde drank voor het offer.

M

6

Miswijn

 

1077.                 

Koortsig lichtgevend.

G

9

Gloeilamp

 

1078.                 

Grondslag voor militairen.

B

5

Basis

 

1079.                 

De betekenis van lust.

 

Z

3

Zin

1080.                 

Deze groente hoort bij het schaap.

L

7

Lamsoor

 

1081.                 

Godin die twee noten terugkrijgt.

E

4

Eris

 

1082.                 

Geeft toegang tot een vrouwenvertrek.

Z

6

Zijdeur

 

1083.                 

Ze golven naar binnen.

I

9

Inbrekers

 

1084.                 

Laat dit cijfer rustig schieten!

V

4

Vier[7]

 

1085.                 

Die vrucht staat achter waar de beste stuurlui staan.

W

7

Walnoot

 

1086.                 

Hij is het die verandert als de wind.

W

8

Weerhaan

 

1087.                 

Grietje vindt die gek om op te eten.

H

9

Hansworst

 

1088.                 

Begroeid hoofddeksel tegen zandverstuiving.

H

8

Helmgras

 

1089.                 

Je vader is een worm; schrijf het erop.

P

6

Papier

 

1090.                 

Niets dan zwemvogels in deze gemeente!

A

5

Alken

 

1091.                 

Een hippisch medicijn.

P

12

Paardenmiddel

 

1092.                 

Een knokfeest.

V

10

Vechtpartij

 

1093.                 

Deze vogel gebruikt bestek.

L

8

Lepelaar

 

1094.                 

Van dit epistel springen de vonken eruit.

B

8

Bombrief

 

1095.                 

Een varken met schaafwond.

S

6

Schram[8]

 

1096.                 

Een gierige beer of zeug.

S

11

Spaarvarken

 

1097.                 

Landschapsdepressie.

D

3

Dal

 

1098.                 

In verwachting naar buiten turen.

U

8

Uitkijken

 

1099.                 

Man van klasse.

L

6

Leraar

 

1100.                 

Het is stormachtig daar achter de walvis.

O

6

Orkaan

 

1101.                 

De toekomst is verleden tijd.

E

4

Eens[9]

 

1102.                 

Middenstander in Belfast.

W

9

Winkelier

 

1103.                 

Popidool zonder moeder.

D

5

Donna

 

1104.                 

(Paleis)tuin.

H

3

Hof

 

1105.                 

Die beesten zijn vadsig en werelds.

L

8

Luiaards

 

1106.                 

Een bekend stripfiguur als gebak.

T

7

Tompoes

 

1107.                 

Zo'n tophit betaalt geen huur.

K

6

Kraker

 

1108.                 

Het streven van een voetballer.

D

4

Doel

 

1109.                 

Bomen consumeren in Duitsland.

E

5

Essen

 

1110.                 

Dit natuurverschijnsel morst met de natuur.

S

5

Storm

 

1111.                 

Werktuig van het gehoor.

H

5

Hamer

 

1112.                 

Stop de muziek.

H

4

Hola

 

1113.                 

Dat kledingstuk praat veel.

K

9

Kletskous

 

1114.                 

Het achterwerk van iemand die geluk heeft.

B

7

Bofkont

 

1115.                 

Nog niet zo lang gereed om aan te trekken.

P

8

Pasklaar

 

1116.                 

Zo grappig als een spook.

G

7

Geestig

 

1117.                 

Voorzichtig vragen naar waterdieren.

V

6

Vissen

 

1118.                 

Mogelijkheid in de open lucht.

B

12

 

Buitenkansje

1119.                 

Gevangen roofdieren?

B

9

Bromberen

 

1120.                 

Die gek is een strozak.

P

6

Paljas

 

1121.                 

Het spijt me van deze vergeving!

P

6

Pardon

 

1122.                 

Maken een vent van je.

K

6

Kleren

 

1123.                 

Jij bent in Frankrijk een verwerpelijk muziekinstrument.

T

4

Tuba

 

1124.                 

Het personeel van de koningin.

W

8

Werkbijen

 

1125.                 

Stel de naald van de weegschaal gelijk.

E

7

Evenaar[10]

 

1126.                 

Een harde werker loopt er in.

G

6

Gareel[11]

 

1127.                 

Laf om er geen zout in te doen!

F

5

Flauw

 

1128.                 

Geleerde aan de was?

G

9

Groeiwijze

 

1129.                 

Niet langdurig deelbaar.

E

4

Even

 

1130.                 

Toon aan die drager van de soort voor de zonneschijn te komen.

R

5

Regen

 

 

1131.                 

Maakte indruk met een handigheidje.

K

5

Kneep[12]

 

1132.                 

Europeanen die oppassend zijn.

L

6

Letten

 

1133.                 

Wie hier op is gejaagd, is boos.

K

4

Kast

 

1134.                 

Deze straat is opgeheven.

W

3

Weg

 

1135.                 

Een nota op pootjes.

L

7-8

Lopende rekening

 

1136.                 

Waterproef.

Z

10

Zwemexamen

 

1137.                 

De intuïtie van de Engelse moordenaar.

K

14

Killerinstinct

 

1138.                 

Met dat bot open je deuren.

S

11

Sleutelbeen

 

1139.                 

Het is overal voorbij.

A

4

Alom

 

1140.                 

Boven die letter slaag je erin.

O

5

Opzet

 

1141.                 

Deze monnik houdt van peulvruchten.

K

9

Kapucijner[13]

 

1142.                 

Beestachtig aan de telefoon.

H

5

Hoorn

 

1143.                 

Soldaten staan erin te bederven.

R

6

Rotten

 

1144.                 

Hier is ruimte om te minnekozen.

V

9

Vrijplaats

 

1145.                 

De jacht op kleverig spul.

S

6

Stroop

 

1146.                 

Het jasje van de woesteling.

D

6

Dolman[14]

 

1147.                 

Komt te laat na het eten.

M

7

Mosterd

 

1148.                 

Een vorstelijk vogeltje.

W

14

Winterkoninkje

 

1149.                 

Deze jongen is schoon.

R

4

Rein

 

1150.                 

Dat metaal spreekt voor zich.

Z

6

Zilver

 

1151.                 

Zich zo goed voelen als een hoender.

K

9

Kiplekker

 

1152.                 

Het sterrenbeeld van Willen Tell.

B

12

Boogschutter

 

1153.                 

Net een doorgang.

P

3

Pas

 

1154.                 

Tijdperk tegenover een muze.

E

5

 

Erato

1155.                 

De vorst is er weg van.

D

4

Dooi

 

1156.                 

Letterdief.

E

6

Erover

 

1157.                 

Boek om te verbranden.

T

4

Turf[15]

 

1158.                 

(Jonge) leeuwentemster.

A

5

Akela

 

1159.                 

Hierdoor is een zitting te zien.

B

4

Bril

 

1160.                 

Toon aan dat rund dat het in de kist is.

D

4

Doos

 

1161.                 

Bewering waarmee men een landgoed bestuurt.

S

9

Statement

 

1162.                 

Prima zwemmer die ook goed slaapt.

O

5

Otter

 

1163.                 

Druk aan de tap.

B

3

Bar

 

1164.                 

In deze plaats is het varken aan de grond.

 

Z

9

Zwijnaarde

1165.                 

Brood om uit te brengen.

T

5

Toast

 

1166.                 

In deze positie wordt men vermanend toegesproken.

S

7

Standje

 

1167.                 

Zolang de mis duurt?

D

9

Diensttijd

 

1168.                 

Zijn volle gezicht is dik en rond.

M

4

Maan

 

1169.                 

Vrouw die met de eerste twee aan tafel gaat.

A

5

Abdis

 

1170.                 

Ze schijnen het heen en weer gerij te kunnen regelen.

V

15

Verkeerslichten

 

1171.                 

Misleidende kleding.

A

4

Albe

 

1172.                 

De gesteldheid van een Volkswagen?

G

9

Golfstaat

 

1173.                 

Dat dier gaat zot tegen de grond.

G

5

Gekko[16]

 

1174.                 

Licht in handen.

H

4

Heft[17]

 

1175.                 

Skilift in Venetië.

G

10

Gondelbaan

 

1176.                 

Een standje van de kok.

V

4-3-2-3

Veeg uit de pan

1177.                 

Route om zelf te verdwijnen.

A

7

Autoweg

 

1178.                 

Verstokte vereniging.

G

8

Golfclub

 

1179.                 

Van een dier dat erin zit.

R

4

Rats

 

1180.                 

Onze heilige nonkel gaat over in damp.

S

5

Stoom

 

1181.                 

In dit werelddeel wordt het geld ouder.

E

6

Europa

 

1182.                 

Bloem om op te schieten.

R

4

Roos

 

1183.                 

Vocht een tijd in wezen.

N

6

Natuur

 

1184.                 

Muziek voor bouwvakkers.

B

9

Betonrock

 

1185.                 

In verwachting van een stapel.

H

4

Hoop

 

1186.                 

De ene is gelijk aan de andere.

H

5

Helft

 

1187.                 

Ontsnapping van een troep vogels.

V

6

Vlucht

 

1188.                 

Voor honden en vluchtelingen.

A

5

Asiel

 

1189.                 

Men gaat eronder om te slapen.

W

3

Wol

 

1190.                 

Aan dit hof heerst kalmte en rust.

V

12

Vredegerecht

 

1191.                 

Frans is vrij om te biljarten.

L

5

Libre[18]

 

1192.                 

Het water is koud.

K

3

Kil[19]

 

1193.                 

Deze rivier is voornaam.

A

4

Arno[20]

 

1194.                 

Hierdoor is het zeil te zien.

F

3

Fok[21]

 

1195.                 

Een spelletje ontvoeren.

S

7

Schaken

 

1196.                 

Worden ze gebruikt door milieuvriendelijke junks?

E

8

Ecodrugs

 

1197.                 

Neem het ervan alvorens te betalen!

N

4

Nota

 

1198.                 

Het electoraat is ervoor in de sfeer.

S

8

Stemming

 

1199.                 

Geen aardige dame om te knijpen.

T

4

Tang

 

1200.                 

De oplossingen van het paar vraagstukjes in de klas waren het.

P

8

Pasklaar

 

 

1201.                 

Bevallen op de markt.

K

6

Kramen

 

1202.                 

Die vaart via de kabelbaan.

G

6

Gondel

 

1203.                 

Verleden en toekomst.

O

4

Ooit

 

1204.                 

Geen uitgever deze schilder.

P

6

Potter[22]

 

1205.                 

Lijken de vorst te verdrijven.

D

6

Dooien

 

1206.                 

Familie van een angsthaas.

W

5

Wezel

 

1207.                 

Op vier poten of op vier wielen.

P

5

Panda

 

1208.                 

Echtgenoot met blauw bloed?

E

7

Edelman

 

1209.                 

Kogels zijn gewichtig.

L

9

Loodzwaar

 

1210.                 

Toon aan het spiegelbeeld betekent onherroepelijk het einde.

D

4

Dood

 

1211.                 

Hulpmiddel van een moordenaar.

Z

4

Zeep

 

1212.                 

Die keizer krijgt weer gehoor.

N

4

Nero

 

1213.                 

Voorgehouden stuk grond.

L

5

Lapje

 

1214.                 

Bepaald geen gezelschapsreis.

E

7

Egrotrip

 

1215.                 

Deze car wil gezien worden.

P

10

Praalwagen

 

1216.                 

Ging een aantal dagen achteruit.

W

4

Week

 

1217.                 

Stellen van riemen.

K

7

Koppels[23]

 

1218.                 

Bewaarplaats van marihuana.

P

3

Pot[24]

 

1219.                 

Haast komt een insect niet voor.

B

4

Bijna

 

1220.                 

Rap uit de boog.

P

7

Pijlsnel

 

1221.                 

Geweldpleging van een dier en een Europeaan.

M

6

Molest

 

1222.                 

Rekenkundig op poten gezet.

T

5

Tafel

 

1223.                 

Levensgevaarlijke delfplaats.

M

3

Mijn

 

1224.                 

Ga uit de kleren om op verhaal te komen!

S

5

Strip

 

1225.                 

Geen stevig boenmiddel?

S

6-3

Slappe was

 

1226.                 

De wachtmeester is stapel.

O

5

Opper[25]

 

1227.                 

Een Engels bed.

B

5

Brits

 

1228.                 

Verleiden met haar.

L

6

Lokken

 

1229.                 

Praten met je navel.

B

11

Buikspreken

 

1230.                 

Centrale verwarming in de Stal.

O

2-2-4

Os en ezel

 

1231.                 

Dat is een pasgeboren muis.

P

8

Piepjong

 

1232.                 

Haar voetenwerk moet wel goed zijn.

P

8

Pedicure

 

1233.                 

Bij afname komt het heimelijk terug.

S

6

Sleets

 

1234.                 

Met geweld via de treden.

T

4

Trap

 

1235.                 

Staafje geld.

S

4

Spie[26]

 

1236.                 

Hardwerkende kwast.

N

5

Noest[27]

 

1237.                 

In deze Engelse stad horen ze minder dan niets.

D

5

Dover

 

1238.                 

Sportieve oefeningen voor de grijze massa.

H

16

Hersengymnastiek

 

1239.                 

Een fabrikant van natuurzijde.

R

4

Rups

 

1240.                 

Dat hemellichaam is er boetvaardig.

Z

7

Zondaar

 

1241.                 

Schenken met tranen.

T

6

Tuiten

 

1242.                 

Meisje met haar vader in een groep deskundigen.

P

5

Panel

 

1243.                 

Zelfs na zijn dood is een edelman nog galant!

R

9

Ridderlijk

 

1244.                 

Haar man is een beer.

Z

4

Zeug

 

1245.                 

De leeftijd van een Engelse groep tapen.

B

7

Bandage

 

1246.                 

Gelukkig zijn met de zon.

S

7

Stralen

 

1247.                 

Die voetballer zet er een punt achter.

A

7

Afmaker

 

1248.                 

Om in deze auto te rijden heb je een goedkeuring nodig.

F

4

Fiat

 

1249.                 

Een bedorven stukje vuurwerk.

R

5

Rotje

 

1250.                 

Spijkers om op te bijten.

N

6

Nagels

 

1251.                 

De looppas van een sufferd.

S

12

Sukkeldrafje

 

1252.                 

Zo loopt het water in een maatschappelijke richting.

S

8

Stroming

 

1253.                 

Gebruikt de telefoon voor afval.

B

4

Belt

 

1254.                 

Breekbaar als men haar verliest.

R

4

Ruit

 

1255.                 

Bevallig wordt de straf verminderd.

G

6

Gratie

 

1256.                 

Uitstapjes voor kleine verslaafden.

M

9

Minitrips

 

1257.                 

De inhoud van een bak(kie).

L

4

Leut[28]

 

1258.                 

Laklaag voor de schijn.

V

6

Vernis

 

1259.                 

Zo oud dat men er niets van hoort.

S

8

Stokdoof

 

1260.                 

Waarderend cijfer.

 

A

4

Acht

1261.                 

Hiermee scheppen hazen op.

L

6

Lepels[29]

 

1262.                 

Brandhout.

V

5

Vuren[30]

 

1263.                 

Dier dat zich lekker voelt.

K

3

Kip

 

1264.                 

Huiverig voor een gelofte? Laat het zo hangen!

B

5

Breed

 

1265.                 

Laat het gezag komen!.

B

6

Bestel[31]

 

1266.                 

Een dievenreis.

R

9

Rooftocht

 

1267.                 

Een vlijtig meisje.

L

6

Liesje

 

1268.                 

Deze zware zangstem heeft geen haar.

K

7

Kalebas

 

1269.                 

Deze christen is het er niet mee eens.

P

10

Protestant

 

1270.                 

Deze stad en deze god komen elkaar terug tegen in Italië.

R

4

Roma

 

 

1271.                 

In het Nederlands is dit dier klein, in het Engels nu juist groot.

B

3

Big

 

1272.                 

Een vriend met een centimeterverdeling.

R

7

Rolmaat

 

1273.                 

Is die plant verwant aan apekool?

Z

4

Zwam[32]

 

1274.                 

Touw op de buis.

K

7

Kabeltv

 

1275.                 

Dit metaal schaft iets aan.

K

5

Koper

 

1276.                 

Deel van de vinger in een kledingstuk.

T

5

Topje

 

1277.                 

Een stuurloze vorm van emotie.

O

10

Ontroering

 

1278.                 

Heb je meegemaakt dat iemand welgemanierd is?

B

7

Beleefd

 

1279.                 

Mogelijk is het niet duister.

W

8

Wellicht

 

1280.                 

Ze schijnen levende wezens geweest te zijn.

L

5

Lijken

 

1281.                 

De handel veranderen.

O

8

Omzetten

 

1282.                 

De aristocraten zijn grondig bezig.

G

6

Graven

 

1283.                 

Gebied van eindeloze kinderen.

Z

4

Zone

 

1284.                 

Van ruzie komt jaloezie.

K

4

Kift[33]

 

1285.                 

Wordt het een donor betaald gezet?

B

9

Bloedgeld

 

1286.                 

Dier in een vliegtuig?

K

8

Kistkalf[34]

 

1287.                 

Wat 'r ontbreekt aan een (last)dier.

H

5

Hinde

 

1288.                 

Verzot op bijten.

H

6

Happig

 

1289.                 

Vuiligheid van een hele reeks varkens.

Z

7

Zwijnerij

 

1290.                 

De metgezellen van Jan.

A

7

Alleman

 

1291.                 

Hemels voedsel komt bij een echtgenoot niet voor.

M

5

Manna

 

1292.                 

Jaloezie  is geen weldaad meer.

A

7

Afgunst

 

1293.                 

Toon dat je een kerel bent.

S

7

Showman

 

1294.                 

Heel wat anders dan dichtzitten!

O

9

Openstaan

 

1295.                 

Instrument om te hijsen en om muziek te maken.

L

4

Lier[35]

 

1296.                 

Meisjesnaam van een boom.

E

3

Els

 

1297.                 

Een pak slaag vormt geen sluitend geheel.

R

9

Rammeling[36]

 

1298.                 

Uiting van bot geweld.

S

5

Stomp

 

1299.                 

Het bezit van een dronkaard.

H

6

Hoogte[37]

 

1300.                 

Dat insect is een dame aan de plas.

W

11

Waterjuffer

 

1301.                 

Een wandelaar op buitendijkse gronden.

W

8

Wadloper

 

1302.                 

Dit plantje komt niet aan het dansen.

M

12

Muurbloempje

 

1303.                 

De ethiek van een protesterende vis.

M

6

Moraal

 

1304.                 

Is het nu een bevestiging of een ontkenning?

W

6

Welnee

 

1305.                 

Meteen het erfelijk materiaal aan de borst houden.

Z

5

Zogen

 

1306.                 

Op die manier is het compleet.

A

5

Aldus

 

1307.                 

Glorie die met zucht tot ambitie leidt.

E

3

Eer

 

1308.                 

Bindmiddel om erin te blijven.

T

4

Touw[38]

 

1309.                 

Nog even en het is gespannen.

S

6

Straks

 

1310.                 

Hij is bekend door zijn onbekende stralen.

R

7

Röntgen

 

1311.                 

Deze kijkers hebben plezier.

T

8

Pretogen

 

1312.                 

Overleg met je achterkant.

R

11

Ruggespraak

 

1313.                 

Dit oorverdovend succes geeft een brekend geluid.

K

9

Kaskraker

 

1314.                 

Deze kippendief houdt niet van opruimen.

S

10

Sloddervos

 

1315.                 

Welk rookgerief graaft een konijn?

P

3

Pijp

 

1316.                 

Wat er opkomt voor het gerecht.

R

4

Rijst

 

1317.                 

In dubbel opzicht een beetje.

I

6

Ietwat

 

1318.                 

Rivier die ook dubbel voorkomt.

N

6

Nelson[39]

 

1319.                 

Precies, zo is het maar net!

J

5

Juist

 

1320.                 

Nagalmbeschrijving.

E

10

Echografie

 

1321.                 

De chaos is compleet als het zoek is.

E

4

Eind[40]

 

1322.                 

Vereniging die de vrijheid beperkte.

B

4

Bond

 

1323.                 

Bij deze militaire parade wordt geen bier gedronken.

T

6

Taptoe

 

1324.                 

Kopie van een zitmeubel.

B

13

Bankafschrift

 

1325.                 

Het scherpe gedeelte van een heuvel.

K

5

Kling[41]

 

1326.                 

Paard voor de jacht.

V

3

Vos[42]

 

1327.                 

Delen van de stad verwijderen?

O

8

Ontwijken

 

1328.                 

Geen passende naam voor een lafaard.

K

4

Koen

 

1329.                 

Keurig bezig zijn met sociale contacten.

N

9

Netwerken

 

1330.                 

Hoed u voor vis na de rustplaats want dat is één grote leugen.

B

6

Bedrog

 

1331.                 

De afloop is geweldig.

E

5

Einde[43]

 

1332.                 

Van slag als het orgaan plomp wordt.

O

6

Oorlog

 

1333.                 

Ouder kanaal van een schilder.

M

5

Manet

 

1334.                 

Hij is vol bewondering voor een ventilator.

F

3

Fan[44]

 

1335.                 

Lijnen uit de grond halen.

R

6

Rooien[45]

 

1336.                 

Dieren die om hun as draaien.

S

7

Spinnen

 

1337.                 

Het shirt om te sporten.

P

4

Polo

 

1338.                 

Studeer samen op het toilet!

D

7

Duoblok

 

1339.                 

Gaan kapen in een onbezet landgoed.

V

9

Vrijbuiten

 

1340.                 

Het wintert steeds in deze plaats.

V

5

Vorst

 

1341.                 

Groet de krant.

D

7

Dagblad

 

1342.                 

Een stoffen Europeaan.

L

3

Lap

 

1343.                 

In dit kuuroord in Duitsland kan je tweemaal achter elkaar een bad nemen.

B

5-5

Baden-Baden

 

 

1344.                 

Een wandelend orgaan.

L

8

Loopneus

 

1345.                 

Deze schaats houdt de pas er in.

D

9

Doorloper[46]

 

1346.                 

Een kameel om de tijd mee te meten.

Z

9

Zandloper

 

1347.                 

Welk kaartspel leeft alleen?

S

8

Solitair

 

1348.                 

Hij is het meest geschikt als huwelijkskandidaat.

J

5

Jacob

 

1349.                 

In dat deel van het gebouw staat de piano.

V

7

Vleugel

 

1350.                 

Wagen met veel verdriet.

S

5

Smart

 

1351.                 

Geen moeilijke tijd?

L

9

Lichtjaar

 

1352.                 

Behalve een vrouw is het ook nog een stuk.

D

4

Dame

 

1353.                 

Geef vader een dik boek voor de smaak.

P

5

Papil[47]

 

1354.                 

Het ontvangen van een slag.

K

4

Krijg

 

1355.                 

Een leegloper heeft maling aan mensen.

L

6

Luilak

 

1356.                 

Niet zo slim om hiermee geslagen te zijn!

S

8

Stomheid

 

1357.                 

De afloop van een slang.

S

6

Sisser

 

1358.                 

Dat dier zit vast aan de computer.

M

4

Muis

 

1359.                 

Hetzelde onderwerp.

I

4

Item

 

1360.                 

Eén vierde vis voor die periode.

K

8

Kwartaal

 

1361.                 

Hierop gaat dit gebouw dicht.

S

4

Slot

 

1362.                 

De verdienste van een groep deskundigen.

C

9

Commissie

 

1363.                 

Bejaarde aan de drank.

O

5

Oudje[48]

 

1364.                 

Of zo in de familie.

Z

3

Zus

 

1365.                 

Soort erepalm?

L

8

Loofboom

 

1366.                 

Bloem bij vader uit de buurt.

P

7

Papaver

 

1367.                 

Been van hout.

R

3

Rib

 

1368.                 

Klopt in het centrum.

H

4

Hart

 

1369.                 

Frans schrijver die op die manier muziek maakt.

Z

4

Zola

 

1370.                 

Kruidig meisje.

M

9

Marjolein

 

1371.                 

Mannelijke plank?

H

9

Heerschap

 

1372.                 

Veel duiten zijn explosief.

B

3

Bom

 

1373.                 

Paarden gaan ervan op de loop, varkens niet.

D

4

Draf[49]

 

1374.                 

Men gooit ermee om te lasteren.

M

6

Modder

 

1375.                 

Hij vertrouwt zijn stamgasten niet meer.

W

5

Waard[50]

 

1376.                 

Deze lettercombinaties roepen je een halt toe.

S

11

Stopwoorden

 

1377.                 

Tranentrekker bij de groenteboer.

U

2

Ui

 

1378.                 

Handelaar met een boodschap.

U

9

Uitdrager

 

1379.                 

Om met haar te dansen.

P

5

Polka[51]

 

1380.                 

Als de zon door de nevel prikt begint het.

L

5

Leven

 

1381.                 

Het gat is nog niet groot genoeg.

T

6

Tekort

 

1382.                 

Behoorlijk richtinggevend aan de bitterheid.

N

5

Nogal

 

1383.                 

Beet in slaap.

T

3

Tuk[52]

 

1384.                 

Sportauto.

G

4

Golf

 

1385.                 

Daarboven is het een lekkernij.

D

4

Drop[53]

 

1386.                 

De snelheid waarmee men afvalt.

L

8

Lijnvaart

 

1387.                 

Afgaande arbeider.

G

6

Gieter

 

1388.                 

Maak promotie met deze plant.!

K

6

Klimop

 

1389.                 

Mensen van de ontwikkelingshulp.

T

6

Telers

 

1390.                 

Verdwenen in de zoekgeraakte luchtlaag.

V

7

Vermist

 

1391.                 

Dat beest is aan de boemel geweest.

K

5

Kater

 

1392.                 

Munitie voor vulpen.

I

11

Inktpatroon

 

1393.                 

Een vogel die zijn kleur verliest.

D

6

Doffer[54]

 

1394.                 

Een geestelijke of een lopend insect.

P

6

Pastor

 

1395.                 

Feestelijke zijde?

V

8

Vierkant

 

1396.                 

Een dief die over de kop gaat.

R

6

Roller

 

1397.                 

Het is slecht spul dat in de weg zit.

B

5

Bocht

 

1398.                 

Een geschenk in dubbel opzicht.

O

9

Offergave

 

1399.                 

Het kadaver van een loeder.

K

5

Kreng

 

1400.                 

Er kan nog altijd ééntje bij de zuurstof.

O

4

Ozon

 

1401.                 

Het vaandel van een betoverende Europeaan.

B

6

Banier

 

1402.                 

Groef om te huiveren.

R

3

Ril

 

1403.                 

Met een bijl bewerkt voor een bal.

G

6

Gehakt

 

1404.                 

Maakt een Franse plaats kapot.

B

5

Brest

 

1405.                 

Stond niet bezopen.

Z

3

Zat

 

1406.                 

Verzamelobject ter verlichting.

S

9

Spaarlamp

 

1407.                 

Veilige vlokjes.

P

5

Pluis

 

1408.                 

Zo zijn de verkiezingen niet geweldloos.

G

7

Getrapt[55]

 

1409.                 

In de buurt (van de kachel).

W

4

Warm

 

1410.                 

Omdat die noot aan deze boom een beweeggrond is.

R

5

Reden

 

1411.                 

Naar beneden brengen ter ontspanning.

A

8

Afleiden

 

1412.                 

Op deze manier bezien is ze familie.

Z

3

Zus

 

1413.                 

Ongemanierd vod.

L

4

Lomp[56]

 

1414.                 

Een tweede exemplaar van een vogel.

I

4

Ibis

 

1415.                 

Kneden, wrijven en stoten.

M

8

Masseren

 

1416.                 

Met een maat ervoor is het ook een paradijs.

D

6

Dorado

 

1417.                 

Geweldige woningen?

D

9

Dijkhuizen

 

1418.                 

Netten in de grond stoppen.

K

6

Kuilen[57]

 

1419.                 

Een kruisje voor het eten.

M

4

Maal

 

1420.                 

Hoorbaar jou vis aan het dik touw.

K

9

Kabeljauw

 

1421.                 

De collega van een hamerhaai.

Z

7

Zaagvis

 

1422.                 

Geen schijnhuwelijk.

E

8

Echtpaar

 

1423.                 

Deze humor stelt niet veel voor.

L

9

Lachertje

 

1424.                 

Dit ei is niet monogaam.

S

10

Scharrelei

 

1425.                 

Voor kippen het tegengestelde van een lichtekooi.

N

8

Nachthok

 

1426.                 

Muziek voor een eigentijdse brouwer.

H

6

Hiphop[58]

 

1427.                 

Zorgt voor een hoop gevoel.

T

4

Tast[59]

 

1428.                 

Die drukt zich achter het witte doek.

F

8

Filmpers

 

1429.                 

Beroemd logement.

A

3

Aap[60]

 

1430.                 

Vis voor de brij, een gunst?

A

7

Aalmoes

 

1431.                 

Een kleine gevangenis voor schrijfgerei.

P

9

Pennenbak

 

1432.                 

Zo te horen kraakt dit gebakje bij het eten.

Z

10

Zandkoekje

 

1433.                 

Het gewicht in grammen van het orgaan.

D

6

Denier[61]

 

1434.                 

Storing op de kabel.

K

4

Kink

 

1435.                 

Er kan geen gedetineerde meer bij!

V

5-3

Volle bak

 

1436.                 

Afbeelding die indruk maakt.

P

5

Prent

 

1437.                 

De energie van een rivier.

S

6

Stroom

 

1438.                 

Boek en plaat.

A

5

Album

 

1439.                 

Een grote vent aan het water laat water door.

P

6

Poreus

 

1440.                 

Met oog, schacht en baard kom je overal binnen.

S

7

Sleutel

 

1441.                 

Meer en meer vocht verliezen.

P

7

Plassen

 

1442.                 

Wordt gesloopt door een pionier.

B

4

Baan

 

1443.                 

Een autootje voor moeder als ze het niet breed heeft.

M

6

Minima

 

1444.                 

Op welke manier een godheid wordt toegejuicht.

H

5

Hoera

 

1445.                 

Een klein graafwerktuig is verfrissend.

S

7

Spa-tje

 

1446.                 

Een nota van 365 dagen.

J

12

Jaarrekening

 

1447.                 

Een spits leesteken.

P

4

Punt

 

1448.                 

Ventilatiebuis?

L

8

Luchtpijp

 

1449.                 

Om te koken voor twee personen.

S

4

Stel

 

1450.                 

Voorbij het afzien is het einde.

O

9

Overlijden

 

1451.                 

Steunt op relaxen.

R

4

Rust

 

1452.                 

Telg die opschiet.

S

6

Spruit

 

1453.                 

Afwezige rover?

W

9

Wegpiraat

 

1454.                 

Een etterige kip naar voren schuiven.

P

6

Pushen[62]

 

1455.                 

Oliebron van een verslaafde.

S

7

Spuiter[63]

 

1456.                 

Een toonaangevend prakijzer.

S

8

Stemvork

 

1457.                 

Op wandel naar het effect.

B

9

Beursgang

 

1458.                 

Moeder der parels.

P

9

Parelmoer

 

1459.                 

Het figuurlijke toegangsbewijs tot een ballet.

D

7

Danspas

 

1460.                 

Gevechten die lukken.

S

6

Slagen

 

1461.                 

Een stormachtige duw.

W

9

Windstoot

 

1462.                 

Frankeren om de zaak te beklinken.

B

9

Bezegelen

 

1463.                 

Deze spijker groeit aan je vingers.

N

5

Nagel

 

1464.                 

Hondse godheid.

P

5

Pluto

 

1465.                 

Muzikale kleding van een mythologische koning.

M

5

Midas

 

1466.                 

Meisje dat weer voor brood zorgt.

K

3

Kim[64]

 

1467.                 

Geen uitzichtloze schatting.

R

4

Raam

 

1468.                 

Wordt binnengehaald als het regent.

B

4

Buit

 

1469.                 

Verdediger van het drankgebruik.

A

8

Advocaat

 

1470.                 

Ze heffen de duisternis op.

L

7

Lichten

 

1471.                 

(Het kadaver van een) insect.

K

8

Krengtor

 

1472.                 

Gelaten kaart.

B

4

Boer

 

1473.                 

Oud prozawerk in een uitgave voor een predikante.

E

4

Edda[65]

 

1474.                 

Van een vrouw is het heel scherp.

H

4

Haar

 

1475.                 

Bij een rivier kijken om iets te beleven.

A

9

Avonturen[66]

 

1476.                 

Het huwelijk is onvervalst.

E

8

Echtheid

 

1477.                 

Stof om onder te gaan.

W

3

Wol

 

1478.                 

Op grond waarvan we allemaal bestaan.

A

5

Aarde

 

1479.                 

Waterkanaal dat een oude stad consumeert.

U

6

Ureter[67]

 

1480.                 

Hij werkt enkel als hij rechtstaat en tot hij leeg is.

Z

9

Zandloper

 

1481.                 

Een aantrekkelijk betaalmiddel.

M

8

Muntstuk

 

1482.                 

Een gekweld geval in de grammatica.

L

6-8

Lijdend voorwerp

 

1483.                 

Dronken verwarmingstoestel.

K

6

Kachel

 

1484.                 

Deze financiële instelling moet je nog ontvangen.

B

10

Banktegoed

 

1485.                 

Dit schatje heeft geduld.

E

5

Engel

 

1486.                 

Dit waait door je tikker.

H

10

Hartstocht

 

1487.                 

Meteen dubbel, maar niet geweldig.

Z

4

Zozo

 

1488.                 

Door een kleurstof van de kaart.

O

5

Omber[68]

 

1489.                 

Zoet familielid.

S

9

Suikeroom

 

1490.                 

Zijn oog valt op een drinkbus.

B

4

Blik

 

1491.                 

Het werk van modellen.

T

5

Typen

 

1492.                 

Vis om te vieren.

B

3

Bot

 

1493.                 

Moet men hebben om het te maken.

N

4

Naam

 

1494.                 

De kolen zijn eraan gehecht.

K

3

Kit[69]

 

1495.                 

Sprekend een trommel.

S

7

Stembus

 

1496.                 

Niet duur met een ei.

A

5

Appel

 

1497.                 

Groeistrepen om goed te drogen?

W

8

Waslijnen

 

1498.                 

Naar beneden lopen is niet prettig.

A

6

Afgaan

 

1499.                 

Als konijn hoor je ermee te eten!

L

5

Lepel[70]

 

1500.                 

Deze bewapende ruiter is een manwijf.

D

9

Dragonder

 

 

 

 

                         

 

 

 

        

 

                

           

                                                                                                                                                      

 



[1] Kantje = Scheepsterm: ton haring die, na inkrimping, nog met meer haring bijgevuld moet worden.

[2] Müsli = Mus- li : Li = Chinese rekenmunt ( ook afstandsmaat, 575 m)

[3] Kor = schrobnet voor de vangst van mosselen, oesters. Kor is ook voornaam.

[4] Ruit = rui-t , van het ww ruien.

[5]Waterstof ¦ Baai = 1. wollen stof voor onderkleren en voering. 2. inham van de zee in het land.

[6] Kapoen = 1. gesneden haan. 2. deugniet.

[7] Vieren:1. langzaam losser laten, een touw, een vlieger, teugel. 2. Metf. meer vrijheid geven.

[8] Schram = gesneden jong varken.

[9] Eens = te eniger tijd in het verleden of in de toekomst, er was eens …, of dat nog eens mogelijk zal zijn?

[10] Evenaar = tongetje of naald van en weegschaal die in het midden staat als het gewicht aan weerskanten gelijk
  Evenaren : ww = gelijk te stellen zijn met.  

[11] Gareel = Gez. in het gareel lopen = regelmatig en hard werken.

[12] Kneep : Metn. indruk door knijpen veroorzaakt. Metf. handigheid, kunstgreep.

[13] Kapucijner = (wegens de bruine kleur als deze gekookt is) soort grauwe erwt.

[14] Dolman = met bont afgezet damesjasje of blouse.

[15] Turf: 1. bruine viltachtige brandstof van half vergane plantedelen.2. scherts.: lijvig boekdeel.

[16] Gekko = hagedis uit de tropen en het subtropisch gebied.

[17] Heft =1. handvat. 2. Metn. gevest van een zwaard als symbool van macht: het heft in handen houden.

[18] Libre = biljartspel waarbij de spelers caramboles mogen maken over de gehele oppervlakte van het biljart.
                Vrij
¨ libre, hint gegeven door Frans.

[19] Kil = 1.smalle geul, kreek, in aardrijkskundige naam als Kieldrecht
    
       2. nattig koud.

[20] Arno = rivier in Midden-Italië, 241 km lang.

[21] Fok =1. onderste zeil voor de mast. 2. Scherts. bril: zijn fokje opzetten.

[22] Potter = 1. persoon die geld opspaart. 2. Potter: Ned. schilder (17de eeuw); dierenschilder.

[23] Koppel = 1. leren band, halsband met riem voor honden. 2. Metf. wat uit twee dingen bestaat = stel.

[24] Pot = verzamelnaam voor hennepprodukten, inz. marihuana.

[25] Opper = 1. hooistapel. 2. verkorting van opperwachtmeester.

[26] Spie = 1. ijzeren pen om iets mee vast te zetten. 2. Gemz. : geldstuk, cent.

[27] Noest = 1. kwast in hout. 2. naarstig, ijverig.

[28] Leut = Volkst. koffie;  bak(kie)= Gemz. kopje koffie.

[29] Lepel = Metf. oor van haas of konijn.

[30] Vuren: van vurenhout = hout van de fijne spar of de rode den.

[31] Bestel = Bestuur, beheer. Bestellen = ontbieden, laten komen.

[32] Zwam:  zwammen = onzin verkopen. Apekool. Gemz.= dwaze praat

[33] Kift = 1. ruzie 2. afgunst, jaloezie

[34] Kistkalf = kalf dat vanaf de geboorte in een kist met volle melk vetgemest wordt.
   Kist = Gemz. vliegtuig

[35] Lier = 1. harpachtig snaarinstrument; 2. horizontaal geplaatste windas om goederen in en uit het schip te hijsen.

[36] Rammelen = Metf. geen goed geheel vormen.

[37] Hoogte: Gez. de hoogte hebben = dronken zijn

[38] Touw: Gez. in touw zijn (als een paard vóór ploeg of wagen) = dr

[39] Nelson = in 1612 ontdekt en genoemd naar de Eng. kapitein Nelson, rivier in de V.S. en Canada van het Winnipegmeer naar de Hudsonbaai.

[40] Eind : Gez. daar is het eind van weg of dan is het eind zoek = dan is de verwarring volledig.

[41] Kling = 1.lemmet van een wapen. 2. Dicht. heuvel, inz. dor duin.

[42] Vos: Metn: bruinrood paard.

[43] Einde: Gez. dat is het einde = bijzonder goed, het toppunt.

[44] Fan = 1. geestdriftig bewonderaar. 2. ventilator

[45] Rooien =1. in een rechte lijn zetten, de rooilijn bepalen van huizen. 2. uit de grond halen: aardappelen, etc.

[46] Doorloper = schaats met naar achter doorlopend ijzer.

[47] Papil: pa + pil; pil = dik, lijvig boek.

[48] Oudje: verwijzing naar 'oude jenever'

[49] Draf = 1 Eig. het draven van een paard. 2. afvalproduct van graan uit brouwerijen, als veevoer gebruikt.

[50] Waard = houder van een herberg. Gez. zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten, men beoordeelt een ander naar zichzelf.

[51] Polkahaar = haar dat rondom het achterhoofd ter hoogte van de onderkant der oren recht is afgeknipt.

[52] Tuk = 1. Veroud.. nog in de uitdr. tuk hebben, beet hebben (bij het hengelen).Fig. iemand beet hebben
             2. Metf. tukje, dutje, een tukje doen.

[53] Drop = zwart verdikt sap uit de wortel van de zoethoutboom: drop tegen de hoest; drop is geneesmiddel en
             snoepgoed

[54] Doffer = mannetjesduif.

[55] Getrapt: getrapte verkiezing= indirecte verkiezing

[56] Lomp = 1. vod, afgescheurde oude of versleten lap stof. 2. onbeschaafd, ruw, ongemanierd.

[57] Kuil = zakvormig onderste deel van sommige visnetten. Kuilen = in een kuil leggen.

[58] Hiphop = vorm van discomuziek, oorspr. van zwarte Amerikanen, met een eigen levensstijl, waarbij breakdance, graffiti en rapmuziek horen. Omstreeks 1980 uit Amerika naar Europa over.

[59] Tassen = tot een 'tas' maken, opeenstapelen; 3de persoon enkelvoud. Tast = het tasten, de aanraking.

[60] Aap: Gez. in de aap gelogeerd zijn = slecht gelogeerd zijn, in moeilijkheden zijn.

[61] Denier = internationale gewichtseenheid voor nylongarens, waarin de dikte van het garen wordt uitgedrukt.

[62] Pushen: pus-hen; pus = etter.

[63] Spuiter =1. persoon die spuit. 2. oliebron.

[64] Kim : soort brood = mik Ò kim

[65] Edda = Oud-ijslandse literaire werken (12de eeuw); Ed – da. Ed. = editie. Da = afk. van domina, als titel voor een vrouwelijke dominee.

[66] Avonturen = Avon – turen. Avon = twee rivieren in Engeland

[67] Ureter = urineleider. Ur – eter. Ur = Geboortestad van Abraham in Mesopotamië.

[68] Omber =1. kaartspel voor drie personen. 2. door mangaanoxyde donkerbruin gekleurde kleiaarde, als verfstof gebruikt.

[69] Kit = 1. bus, bak in de vorm van een kan; kolenkit. 2. kleefmiddel voor het lijmen van glas, porselein.

[70] Lepel =Metf. oor van een haas of konijn.